25 AMD X570 moederborden review: op de proef met een 3900X

Inleiding

Met de Ryzen 3000-processors lanceerde AMD ook een nieuwe chipset: de X570-chipset. Dankzij de onderlinge compatibiliteit van vrijwel alle socket AM4-moederborden heb je niet per se een X570-moederbord nodig om zo'n nieuwe processor te gebruiken. Toch valt een X570-moederbordaan te raden als je het maximale uit een Ryzen 3000-cpu wil halen. Welk X570-moederbord je moet kopen vind je hier, want wij hebben er niet minder dan vijfentwintig getest.

Update: van 15 naar 25 X570-borden

We publiceerden deze round-up in een eerdere versie op 16 juli 2019, toen met 15 AMD X570-moederborden. Daar hebben we in deze versie nog tien modellen aan toegevoegd, voor een totaal van 25 borden. De volgende borden zijn nieuw toegevoegd aan deze round-up:

ASRock X570 Creator

ASRock X570 Extreme4

ASRock X570 Phantom Gaming X

ASRock X570 Phantom Gaming-ITX/TB3

ASRock X570 Pro4

ASRock X570M Pro4

ASRock X570 Steel Legend

Asus RoG Crosshair VIII Impact

MSI MPG X570 Gaming Pro Carbon WiFi

MSI Prestige X570 Creation

Bij de lancering van de eerste AMD Ryzen-processors beloofde de processorontwerper al dat socket AM4 minimaal tot 2020 zou worden ondersteund. Als je destijds een X370-moederbord hebt gekocht, is er inderdaad grote kans dat je zonder al te veel te missen kunt upgraden naar Ryzen 3000, zeker als dat een wat luxer model was. Voor moederbordfabrikanten is dat minder goed nieuws, want zij verdienen zo niets aan wie een upgrade uitvoert. Mede daarom zien we dat ASRock, Asus, Gigabyte en MSI er bij de X570-generatie alles aan doen om je te verleiden tóch je moederbord te upgraden.

X570: PCI-Express 4.0 en aandacht voor VRM's

De belangrijkste reden om voor een AMD X570-moederbord te gaan in plaats van bijvoorbeeld voor een goedkoper B450- of X470-bord, is dat je alleen dan kunt profiteren van PCI-Express 4.0. De Ryzen 3000-cpu's zijn daar geschikt voor, maar werken in oudere moederborden gewoon op PCIe 3.0-snelheid. Bovendien zien we bij de X570-generatie meer aandacht voor de kwaliteit van de stroomvoorziening, wat gezien het verbruik van de 12- en (toekomstige) 16-core Ryzens geen overbodige luxe is. Als je je cpu wil gaan overklokken of hem langdurig zwaar gaat belasten, bijvoorbeeld met rendering, kan een X570-moederbord daarom een slimme keuze zijn.

Op zoek naar het beste X570-moederbord

In dit artikel zetten we de verschillen tussen de nieuwe AMD X570-chipset en de X470-chipset van de vorige generatie uiteen. Sla zeker ook de pagina over de vernieuwde testmethode niet over - die hebben we op een aantal punten aangepast om nog relevantere en degelijkere moederbord reviews te kunnen publiceren.

AMD X570 vs. X470 chipset

X570 is de eerste chipset die AMD zelf heeft ontworpen, waar de 300- en 400-series nog werden uitbesteed aan ASMedia. De chipset wordt bovendien op een veel couranter productieprocedé gebakken: 14nm in plaats van 55nm. Desondanks verbruikt de X570-chipset aanzienlijk meer dan zijn voorganger, waardoor je op bijna alle X570-moederborden actieve koeling voor de chipset tegenkomt.

Out-of-the-box compatible met Ryzen 3000

Eén van de grootste voordelen van de AMD X570-chipset is dat elk moederbord direct werkt met een Ryzen 3000-processor: bij een ouder moederbord moet je eerst de bios updaten. Dat kan doorgaans alleen met een oudere Ryzen, die wel out-of-the-box wordt herkend - diverse webshops bieden die service aan als je zelf niet zo'n processor hebt liggen.

PCI-Express 4.0

Ook qua techniek biedt X570 echter een aantal vernieuwingen. PCI-Express 4.0 is daarvan de grootste: zowel de PCI-Express-sloten die door de processor worden aangestuurd als de additionele sloten en M.2-sleuven die uit de chipset komen werken op verdubbelde snelheid in een X570-bord. Deze nieuwe versie van de pci-express standaard biedt een verdubbeling van de doorvoersnelheid van versie 3.0. Het maakt dat een PCI-Express x16 videokaart nu met 32 GB/s in plaats van 16 GB/s kan communiceren met de processor. Een PCI-Express x4-ssd kan in theorie tot 8 GB/s aan data transporteren, in plaats van 4 GB/s. Met X470 of ouder worden alle sloten teruggeschakeld naar PCI-Express 3.0.

Had u USB, SATA of PCIe gewild?

Moederbordfabrikanten hebben relatief veel vrijheid bij de indeling van de lanes: de chipset kan in theorie tot zestien PCI-Express 4.0-lanes bieden, maar in plaats daarvan kan ook voor meer sata-poorten worden gekozen. Daarnaast biedt de X570-chipset acht usb 3.1-poorten (echt 'Gen2'), viermaal usb 2.0 en nog eens vier sata600-aansluitingen.

AMD B450 vs. X470 vs. X570

In vergelijking met X470 heeft AMD dus afscheid genomen van usb 3.0; alle snelle aansluitingen werken nu op een snelheid van 10 Gb/s. Net als X470 is de X570-chipset geschikt voor SLI, uiteraard mits een fabrikant het benodigde certificaat inkoopt bij Nvidia. Op B450 werkt dat per definitie niet en bovendien is deze chipset qua connectiviteit een stuk beperkter.

Best prijzig, zo'n X570-moederbord

Waar we tot nu toe gewend waren dat AMD-moederborden doorgaans wat betaalbaarder waren dan Intel-borden, is dat bij X570 wel anders. De goedkoopste modellen beginnen rond de 200 euro en de absolute topmodellen gaan zelfs verder over de 500 euro heen. Dat heeft een aantal oorzaken. Om te beginnen stelt PCI-Express 4.0 hogere eisen aan de signaalkwaliteit; een moederbord moet daardoor uit meer lagen bestaan en beter afgeschermd zijn, wat ze duurden om te produceren maakt.

Daarnaast verbruiken zeker de nieuwe 12- en 16-core cpu's voor socket AM4 aanmerkelijk meer dan de tot nu toe beschikbare 8-cores. Er is daarom veel aandacht voor de kwaliteit van de VRM-componenten, die uiteraard ook niet zonder meerprijs zijn. Tot slot weten moederbordfabrikanten maar al te goed dat een prijsbewuste koper eerder voor een B450- of X470-moederbord zal gaan: om je toch te overtuigen voor X570 te kiezen, proberen ze dan ook stuk voor stuk wat bijzonders van hun X570-lineup te maken.

Verschillen: PCI-Express & SLI

Het overgrote merendeel van de 25 X570-moederborden die de fabrikanten bij ons afleverden, zijn ontworpen op het volledige ATX-formaat. Micro-ATX kent slechts één deelnemer, namelijk de X570M Pro4 van ASRock. Voor zover wij hebben kunnen vinden is dat überhaupt het enige verkrijgbare X570-moederbord op dat formaat. ASRock, Asus en Gigabyte leverden elk een itx-bordje aan, al gaat het bij de RoG Impact strikt gezien om het iets langere mini-dtx. De drie meest luxe borden van Gigabyte en MSI zijn nog ietsje groter dan normaal ATX; extended ATX.

Veruit de meest borden hebben dan ook drie PCI-Express x16-sloten. Alleen de budgetmodellen van diverse merken moeten het met twee sloten doen. De itx-bordjes hebben er uiteraard maar één.. De MSI MEG X570 Godlike heeft als enige X570-moederbord vier PCI-Express x16-sloten, waarmee in theorie vier videokaarten kunnen worden gecombineerd. In vergelijking met voorheen ondersteunen opvallend veel moederborden geen Nvidia SLI: die feature lijkt echt voorbehouden aan luxere modellen.

Verschillen: opslag (M.2 & SATA)

Op het itx-model van ASRock na heeft elk getest X570-moederbord ten minste twee m.2-sloten. Bij de Gigabyte X570 I Aorus Pro zit het tweede slot achterop, bij de Asus RoG Impact monteer je ze allebei verticaal op het bord. De luxere borden hebben doorgaans zelfs een derde slot voor een snelle ssd. Alleen bij budgetmodellen zien we soms een onbedekt m.2-slot, maar in het merendeel van de gevallen krijg je net zo veel heatsinks bij je bord als dat er m.2-sloten zijn.

ASRock en Asus zijn het meest scheutig met sata-poorten: veel modellen van die merken hebben acht keer sata600. Gigabyte houdt het doorgaans bij zes, op de MSI's zitten er vier of zes.

Verschillen: USB & netwerk

In theorie kan het AMD X570-platform, met een combinatie van de poorten die rechtstreeks uit de cpu komen en de aansluitingen die de chipset biedt, een sloot aan usb 3.1-poorten leveren. Lang niet in alle gevallen worden die echter geïmplementeerd: soms omdat fabrikanten flexibele lanes liever voor aandere zaken inzetten en soms omdat er redrivers nodig zijn om het signaal daadwerkelijk op die snelheid bij de fysieke aansluiting terecht te laten komen. Anderzijds is het aantal en de snelheid van de usb-poorten een mooie gelegenheid voor fabrikanten om betaalbare of juist duurdere modellen van elkaar te differentiëren.

Als je veel snelle apparaten wil aansluiten op je pc, moet je bij Asus zijn: op de full-size RoG-modellen van die fabrikant tref je maar liefst acht usb 3.1-poorten aan. Bij veel fabrikanten werkt een deel van de aansluitingen nog op 3.0-snelheid. De Gigabyte X570 Gaming X heeft als enige bord helemaal geen usb 3.1 gen2. De interne usb 3.1-header lijkt bij de X570-generatie gemeengoed te worden: hij ontbreekt alleen op instapmodellen en de itx-borden van ASRock en Gigabyte, en opvallend genoeg ook op de MSI MPG Gaming Pro Carbon WiFi.

Een nadeel: bij deze generatie lijken alle fabrikanten maximaal te profiteren van de naamgevingschaos bij USB-IF, de organisatie die de usb-standaard beheert. Als een bord beschikt over een 'USB 3.2 Gen1 header', gaat het dus om een normale (brede) usb 3.0-header, geen nieuwe usb 3.1-header. Aangezien de diverse namen van de usb-standaarden soms nog door elkaar heen worden gebruikt, kunnen we wel stellen dat het lastiger is dan ooit om als consument uit te pluizen wat voor usb-poorten een moederbord nu precies heeft.

De meest luxe borden bieden een snellere vorm van bekabeld ethernet dan een normale gigabitpoort: vaak 2,5 Gbit/s, bij topmodellen zelfs 5 of 10 Gbit/s. In het geval van de Gigabyte X570 Aorus Xtreme, ASRock X570 Creator en MSI Prestige X570 Creation zit die op het moederbord gemonteerd, bij de MSI MEG X570 Godlike krijg je een insteekkaart. Ironisch genoeg zit op vrijwel elk AMD X570-moederbord een Intel-netwerkcontroller: alleen de Asus TUF Gaming X570-Plus komt uitsluitend met een Realtek-chip. WiFi is opvallend vaak aanwezig, doorgaans met Intels nieuwe WiFi-6-controller (de AX200NGW) die snelheden tot 2400 Mbit/s belooft.

Verschillen: audio & video

Voor de implementatie van het audiocircuit gaan vrijwel alle fabrikanten eensgezind voor een Realtek ALC1220, de meest luxe audiocodec die Realtek op dit moment beschikbaar heeft. Alleen de Gigabyte X570 Gaming X heeft een ALC887-codec en mist bovendien de optische audio-uitgang, waar alle atx-borden behalve de ASRock X570 Pro4 verder wel over beschikken. ASRock is op zijn X570 Extreme4, Taichi en Creator de enige die nog DTS Connect ondersteunt. Op diverse luxe modellen komen we bovendien een losse audioversterker tegen, die gebruikt kan worden om een hoofdtelefoon met een hoge impedantie te voeden. De MSI MEG X570 Godlike heeft daarvoor zelfs een grote 6,3mm-uitgang.

Het merendeel van de geteste moederborden beschikt over minstens één video-uitgang en is zodoende geschikt om te gebruiken met een apu. Vaak gaat het om hdmi, vrijwel altijd met ondersteuning voor de 2.0-spec, een paar ASRock- en Asus-borden en een enkel model van Gigabyte doen ook displayport 1.2. De X570 I Aorus Pro valt op met zijn twee hdmi-poorten én displayport: dat bordje is duidelijk bedacht met een aangesloten televisie in het achterhoofd. Let er wel op dat oudere apu's vaak niet werken in een X570-bord: de Ryzen 3 3200G en Ryzen 5 3400G worden wel door elk bord met video-uitgangen ondersteund.

Verschillen: VRM's & OC-features

Zonder uitzondering slaan de verschillende moederbordfabrikanten flink op de trom als het om de stroomvoorziening gaat. Die is doorgaans zwaarder dan bij de borden van de vorige generatie, met het oog op het hogere stroomverbruik van zeker de 12- en 16-core Ryzen 3000-processors.

Elk X570-moederbord dat we hebben getest is uitgerust met heatsinks op de vrm's. Als we de specificaties van de stroomvoorziening bekijken, valt op dat Gigabyte op de X570 Aorus Master en Xtreme een Infineon XDPE132G5C-controller toepast, die we nog niet eerder hebben gezien. Het blijkt een betrekkelijk nieuw model te zijn dat volledig digitaal zestien fasen kan aansturen, zonder gebruik te maken van doublers of 'phase teaming'. In theorie is dat de meest efficiënte manier om zo veel fasen aan te sturen en zodoende zijn de verwachtingen voor de vrm-test verderop in deze review hooggespannen.

De andere fabrikanten kiezen op hun luxe modellen voor een IR35201, die native maximaal acht fasen kan aansturen. De Digi+ ASP1405I op veel Asus-borden is overigens een rebrand van deze chip. De meeste fabrikanten implementeren doublers om meer sets vrm-componenten te gebruiken dan de controller officieel ondersteunt, waar dat niet het geval is wordt 'phase teaming' toegepast. Doublers schakelen binnen een paar vrm-componenten (chokes en mosfets) steeds om en om een set in, zodat de belasting effectief over beide sets wordt gespreid. Bij phase teaming is die logica niet aanwezig en worden simpelweg twee of drie sets componenten met één fase verbonden. Dat is goedkoper, maar leidt in theorie wel tot hogere ripples en minder efficiëntie ten opzichte van 'echte' fasen.

Alleen de goedkoopste borden doen op het gebied van de stroomvoorziening enkele consessies. De borden met vier of vijf fasen zijn mogelijkerwijs was onderbemeten voor de Ryzens met veel cores, zeker als je ze ook nog wil gaan overklokken. Daarin spelen echter meer zaken een rol dan alleen de gebruikte componenten, zoals hoe effectief de heatsinks zijn.

Opvallend is dat vrijwel alle fabrikanten de mogelijkheid inbouwen om een nieuwe bios te flashen zonder dat er een processor is geïnstalleerd. Bij voorgaande generaties kwamen we dat nog enkel op high-end modellen tegen. De mate daarvan varieert wel per merk: Gigabyte biedt het op elk bord, MSI op bijna elk model en Asus op alles wat RoG heet. ASRock implementeert het op zijn high-end modellen. Wie een 300- of 400-serie moederbord wil combineren met een Ryzen 3000-processor, zal het er ongetwijfeld mee eens zijn dat dit een zeer handige feature is.

De meeste X570-moederborden beschikken over ruim voldoende fanheaders. De itx-borden van ASRock en Gigabyte hebben er in absolute zin het minst, maar we achten drie stuks voldoende voor een itx-systeem. Een vorm van probleemdiagnose ontbreekt alleen enkele itx-borden en budgetmodellen, de topmodellen van Asus en MSI hebben zelfs een heus aanpasbaar oled-schermpje. Andere modellen gebruiken een tweecijferig display of enkele leds om op z'n minst een indicatie te geven bij welk onderdeel je een issue moet zoeken.

Features die vooral voor overklokkers handig zijn, komen we op relatief veel X570-borden tegen. On-board knoppen voor power en reset zitten bijvoorbeeld op elf van de vijfentwintig borden. Voltagemeetpunten blijven wel aan de echte high-end modellen voorbehouden: alleen de Asus RoG Crosshair VIII Hero en de Gigabyte X570 Aorus Master en Xtreme beschikken daarover. Opvallend genoeg biedt Asus dit juist niet op de duurdere Formula - de filosofie is dat dat bord vooral door casemodders wordt gebruikt, en die hebben dergelijke die-hard overklokfeatures niet nodig.

Verschillen: uiterlijk, koeling & RGB

Een belangrijke verandering aan het uiterlijk van de X570-moederborden is in bijna alle gevallen de actieve ventilator om de chipset te koelen. Bijna, want er is één bord dat dankzij een enorme passieve heatsink zonder fannetje kan: de Gigabyte X570 Aorus Xtreme. Die stilte moet je dan echter wel heel lief zijn, aangezien je voor dat bord maar liefst 800 euro kwijt bent.

Het heikele punt: de chipsetfan

De andere moederborden hebben dus allemaal een chipsetfan. Voornamelijk door het geringe formaat werd door velen gevreesd voor een hoge geluidsproductie. Een wetenschappelijk verantwoorde test daarvan bleek niet mogelijk: het verbruik van de chipset is niet eenvoudig te reguleren, en zou alleen worden gemaximaliseerd door er zo veel mogelijk apparaten mee te verbinden. In onze geluidsdichte box zouden de processor en ssd's dan veel eerder tegen hitteproblemen oplopen dan de chipset.

Uiteraard hebben we wel ons oor te luisteren gelegd en geïnventariseerd hoe het zit met de implementatie van de fans. De Gigabyte-borden (buiten de passieve Aorus Xtreme, uiteraard) hadden bij de lancering een relatief luide fan, maar in de nieuwste bios-versies is een semi-passieve werking toegevoegd. Ook de ASRock-borden waren direct uit de doos duidelijk hoorbaar, maar ook bij dat bord kun je in de bios een stille modus inschakelen of een eigen fancurve aanmaken. MSI heeft vooraf het beste over deze kwestie nagedacht: de chipsetfan is bij dat merk altijd semi-passief, en zeker als je het 'silent'-profiel kiest staat die in de praktijk altijd stil. Tot slot de fans op de Asus-borden: die draaien wel, maar zijn stil te noemen. Ook bij deze fabrikant kun je het fanprofiel eventueel aanpassen.

Uiterlijk en RGB

Headers voor rgb en addressable rgb - bij die laatste kan er per led een andere kleur of helderheid worden weergegeven - heeft elk X570-moederbord. De duurdere modellen hebben er doorgaans twee van elk type. Asus rept zelfs over 'Addressable Gen 2'-headers, die op geschikte lichtstrips het aantal leds kan uitlezen en er zo voor kan zorgen dat het lichteffect niet 'uit beeld verdwijnt' omdat de software denkt dat de ledstrip langer is. Er lijken echter nog geen producten op de markt te zijn die dit ondersteunen.

Eveneens gemeengoed is het geïntegreerde I/O-shield: bij de X470-generatie was deze feature nog voorbehouden aan enkele topmodellen. Nu moet je enige moeite doen om nog een model te vinden waarbij je zelf een plaatje metaal in je kast moet klikken alvorens je moederbord te monteren, al lijkt ASRock als enige nog niet volledig mee in deze trend.

BIOS-vergelijking

Ten opzichte van de vorige generatie heeft vooral Gigabyte stappen gezet met het verbeteren van zijn bios. Vooral de indeling en uitleg bij opties zijn verbeterd, al blijft Asus heer en meester als het om extra functies gaat. Alleen Asus en MSI bieden bijvoorbeeld een geïntegreerde zoekfunctie, terwijl ASRock en Asus exclusiviteit genieten als het om een bios flashen via internet gaat. Ook de mogelijkheid om je ssd een secure-erase te geven heeft Gigabyte nog niet.

BIOS flashen zonder CPU eindelijk gemeengoed

Opvallend is dat Gigabyte en MSI (bijna) al hun X570-moederborden hebben voorzien van de mogelijkheid om een nieuwe bios te flashen zonder dat er een compatibele processor geïnstalleerd hoeft te zijn. Aangezien de out-of-the-box compatibiliteit met Ryzen 3000 één van de belangrijkste redenen is om voor een X570-moederbord te kiezen, zullen veel gebruikers wel inzien hoe handig deze feature kan zijn: we juichen deze stap dan ook toe. ASRock en Asus blijven 'bios flashback' vooralsnog uitsluitend op luxere modellen aanbieden.

AMD had overigens beloofd dat in elk X570-moederbord een gebruiksvriendelijk overklokmenu zou zitten, inclusief duidelijke uitleg van elke settings. Nu hebben de fabrikanten dat weliswaar geïmplementeerd, maar doorgaans zit dit menu diep weggestopt in de processorgerelateerde instellingen en is de manier van invoeren lang niet altijd even handig. De fabrikanten blijven zonder uitzondering vasthouden aan hun eigen settings als primaire menu.

Onderaan deze pagina vind je uitgebreide screenshots van de bios van elke fabrikant. Daarvoor gebruikten we steeds het meest luxe bord dat we bij de eerste versie van deze round-up tot onze beschikking hadden: de ASRock X570 Taichi, Asus RoG Crosshair VIII Formula, Gigabyte X570 Aorus Xtreme en MSI X570 Godlike.

Testmethode: minder maar nuttigere tests

Je bent van ons al jarenlang een vaste testprocedure voor moederborden gewend: cpu-, gpu- en geheugenbenchmarks, usb-snelheden en geluidskwaliteit. De afgelopen jaren zijn de onderlinge verschillen tussen moederborden op die punten in rap tempo geslonken. Anderzijds zijn bijvoorbeeld geluidschips al geruime tijd zó goed dat de gehaalde meetwaarden puur theoretische discussies opleverden - horen zou niemand de gemeten verschillen ooit doen.

VRM's worden steeds belangrijker

Een ander aspect van moederborden staat de laatste tijd juist veel meer in de belangstelling: de stroomvoorziening van moederborden. Processors worden in rap tempo krachtiger, rapper dan nieuwe productieprocessen en andere optimalisaties kunnen bijbenen om het stroomverbruik gelijk te houden. Processors voor mid-range platformen als Intel socket 1151 of AMD socket AM4 kunnen tegenwoordig al gauw 150 watt verbruiken onder belasting, of zelfs nog meer als je ze overklokt. De kwaliteit en kwantiteit van de VRM's wordt daardoor een steeds belangrijker aankoopcriterium. Het nadeel tot nu toe: VRM-tests nemen enorm veel tijd in beslag, waardoor we ze lastig konden combineren met het bestaande testparcours.

Alleen bij Hardware Info: uitgebreide specs, foto's en duurtest

Op bovengenoemde trends hebben we voor een groot gedeelte onze nieuwe testmethode gebaseerd. Ongewijzigd is dat we alle geteste moederborden - dat zijn er op doorgaans Hardware Info meer dan bij vrijwel elke andere publicatie - uitgebreid op de foto zetten en alle specificaties volledig invullen. Daarnaast voeren we op elk moederbord een stresstest uit waarbij de prestaties worden gemeten, de consistentie daarvan wordt bekeken en de temperaturen van de stroomvoorziening met een warmtecamera worden geregistreerd. Bovendien meten we zowel onder belasting als gedurende een rustperiode van 5 minuten het stroomverbruik van elk moederbord.

Testconfiguratie

We hebben elk X570-moederbord getest met de volgende hardware:

Processor: AMD Ryzen 9 3900X @ 4,1 GHz all-core / 1,3 V (behalve bij stroomverbruik)

Geheugen: G.Skill Trident Z 16GB DDR4-3200 CL14

Videokaart: Nvidia GeForce GT 1030

SSD: Samsung 850 Evo 500GB

Voeding: Seasonic Prime Titanium 650W

Behuizing: Be quiet! Dark Base 700

Koeling: NZXT Kraken M22 RGB (outtake, fan op 12V) + Be quiet! casefan (intake, 12V)

We zijn ervan overtuigd dat we met de vernieuwde testmethode relevantere testdata kunnen bieden en daarmee nog beter advies kunnen geven dan we tot nu toe al deden. Natuurlijk is het even wennen dat we bepaalde zaken na soms meer dan een decennium opeens níét meer testen, dat geldt ongetwijfeld zowel voor lezers als de redactie van Hardware Info. We lezen graag wat jullie ervan vinden in de reacties.

Prestaties en consistentie

Zoals gezegd meten we de prestaties van moederborden met een ongeveer 20 minuten durende stresstest, bestaande uit een loop van Cinebench 20 MT-runs. Na afloop noteren we de gemiddelde score over alle runs en de standaardafwijking daartussen, om een beeld te krijgen van de consistentie. Als een moederbord een hoge afwijking heeft, kan dat erop duiden dat het moeite heeft om de processor bij langdurige belasting optimaal te laten presteren.

In de grafieken hebben we naast de vijftien X570-moederborden ook twee borden van de vorige generatie meegenomen. De Gigabyte X470 Aorus Ultra Gaming was één van de populairste socket AM4-moederborden voor de tweede generatie Ryzen en valt te typeren als een luxe middenklasse-bord van zo'n 140 euro. De ASRock B450M Steel Legend kost ongeveer 100 euro en heeft wat minder features.

Opvallend genoeg zet het X470-bord gemiddeld de hoogste score in Cinebench 20 neer. Over het algemeen kunnen we echter concluderen dat het prestatieniveau van de X570-borden zeer gelijkaardig is. Alleen de Gigabyte X570 Aorus Elite en ASRock B450M Steel Legend blijven wat achter. In dat laatste geval lijkt het geheugen roet in het eten te gooien: de scores werden aanmerkelijk beter als we van ddr4-3200 teruggingen naar ddr4-2933.

Kijken we naar de consistentie, dan zijn het vooral high-end modellen die hoge ogen gooien: de Asus Crosshair VIII Formula staat bovenaan, op de voet gevolgd door de Asus Prime X570-Pro, MSI MEG X570 Godlike, Gigabyte X570 Aorus Master en Xtreme, en ASRock X570 Taichi en Creator. De borden met de meeste variatie zijn de MSI MPG X570 Gaming Pro Carbon WiFi, ASRock X570 Extreme4, MSI Prestige X570 Creation en ASRock X570 Phantom Gaming X. Bij analyse van de logs bleek dat vaak te komen doordat de score gedurende de test langzaam opliep; waar dat exact door komt bleek niet uit onze data.

VRM-test

Aan het einde van de stresstest die we op elk moederbord uitvoeren, meten we met een warmtecamera hoe warm de componenten van de stroomvoorziening worden. We noteren steeds de temperatuur van het warmste punt binnen de VRM-zone, zowel aan de voor- als aan de achterkant. Hoe lager de temperaturen, des te beter voor de levensduur van de componenten. Over het algemeen kunnen we stellen dat temperaturen onder de 60 graden uitstekend zijn, terwijl tussen de 60 en 80 graden nog altijd prima is. Boven de 80 graden kan er nog mee door, maar temperaturen boven de 100 graden zouden we bij voorkeur vermijden.

Om een eerlijke vergelijking te maken, stellen we de Ryzen 9 3900X-processor in op een vaste kloksnelheid van 4,1 GHz bij een spanning van 1,3 volt. Daarbij laten we de load-line calibration op auto staan. Mogelijkerwijs zal niet elk moederbord exact het ingestelde voltage naleven, maar in ernstige gevallen is dat in het nadeel van de fabrikant zelf (een te hoog voltage leidt tot hogere temperaturen, een te laag voltage tot slechte scores of instabiliteit). Het is echter goed om je hier bewust van te zijn bij het interpreteren van de resultaten.

De Gigabyte X570 Aorus Xtreme blijft met afstand het koelste moederbord in de VRM-test: we meten 50,1 ºC aan de voorzijde en 48,3 ºC achterop, wat echt uitstekend is. De nieuwe 16-fase controller die Gigabyte toepast werpt duidelijk zijn vruchten af. Ook het andere bord met die controller, de X570 Aorus Master, doet het erg goed. De MSI MEG X570 Godlike en eigenlijk alle andere luxe modellen kwijten zich eveneens goed van hun taak.

Er zijn een paar borden die echt veel warmer worden. Opvallend zijn vooral de slechte prestaties van de MSI MPG X570 Gaming Pro Carbon WiFi. Die maakt gebruik van Ubiq-mosfets, die we tot nu toe nauwelijks eerder op moederborden zijn tegengekomen en in elk geval in deze configuratie erg warm worden. Wellicht helpt de plastic 'carbon'-overkapping ook niet mee.

Verder zien we onderaan de grafieken vooral budgetborden, bijvoorbeeld de Gigabyte X570 Gaming X en ASRock X570 Pro4; we meten ruim 90 ºC en dat is in de gevarenzone. De ASRock B450M Steel Legend en Gigabyte X470 Aorus Ultra Gaming laten allebei temperaturen (ruim) boven de 100 ºC noteren en zijn eigenlijk niet geschikt om een Ryzen 9 3900X te huisvesten; we zouden niet adviseren om een processor die meer verbruikt dan een Ryzen 5 3600(X) te gebruiken in combinatie met deze moederborden, of althans niet als je van plan bent om hem zwaar te belasten.

Stroomverbruik

Het stroomverbruik hebben we gemeten in twee standen: idle (waarbij we een gemiddelde van 5 minuten bepalen) en onder belasting bij het maximale verbruik tijdens Cinebench 20. Hiervoor stellen we elk moederbord in op de standaardinstellingen (optimized defaults).

De MSI Godlike en Ace zijn onder belasting het zuinigst, met een maximaal verbruik aan het stopcontact van nog geen 200 watt, terwijl Creation en Gaming Pro Carbon daar nipt bovenuit komen. Ook de Gigabyte-borden verbruiken niet al te veel stroom. De borden van ASRock en Asus doen het op dit punt minder goed. In idle zijn het de B450- en X470-borden die bovenaan eindigen: de X570-chipset blijkt dus een goed meetbare toevoeging aan het stroomverbruik te doen. Tussen de X570-borden zit in idle weinig variatie: de zuinigste modellen van Asus en MSI verbruiken 47 watt, de minst zuinige borden van Gigabyte amper 53 watt.

Conclusie

Om met de belangrijkste vraag te beginnen: waarom zou je een prijzig X570-moederbord kopen? Na een bios-update werken de oude B450- en X470-moederborden immers ook met een Ryzen 3000-processor, en die borden zijn doorgaans flink goedkoper. Het antwoord: omdat je een Ryzen 9-cpu wil gaan gebruiken, omdat je pci-express 4.0 een belangrijke toevoeging vindt of omdat je graag het nieuwste van het nieuwste wil hebben.

Kwalitatief hoogwaardige VRM’s

De stroomvoorziening blijkt het voornaamste punt waarop vrijwel alle X570-moederborden een upgrade zijn ten opzichte van hun voorlopers. Uit onze VRM-test blijkt dat de fabrikanten veel aandacht hebben besteed aan de VRM-implementaties bij de nieuwe generatie. Tegelijkertijd vallen een aantal, doorgaans wat goedkopere X570-modellen en diverse borden van de vorige generatie daar door de mand – voor maximaal een Ryzen 5 of hooguit 7 voldoen die nog, maar een 12- of in de toekomst zelfs 16-core Ryzen is voor deze borden te veel gevraagd. Het budgetsegment aan X570-borden is daarom weinig interessant: je keuze gaat in feite tussen een goedkoper B450- of X470-bord, of een X570-bord met degelijke VRM’s, vanaf zo’n 250 euro.

PCI-Express 4.0, maar er is meer!

Naast pci-express 4.0 zijn er nog meer nieuwe features bij de X570-generatie. Een strak uitziend geïntegreerd i/o-shield en een handige functie om een bios te flashen zonder een cpu geïnstalleerd te hebben, zijn op vrijwel elk X570-moederbord te vinden. Qua aansluitingen is vooral usb 3.1 veel meer gemeengoed; zowel de cpu als de chipset bieden daar immers meer mogelijkheden voor. Op luxe modellen komen we vaak een 802.11ax (Wi-Fi 6) netwerkchip tegen, eveneens een nieuwigheid.

Dan misschien wel het meest besproken nadeel van de X570-chipset: het hogere verbruik, resulterend in actieve koeling op bijna elk moederbord. Op het moment van schrijven sleutelen de fabrikanten daar nog volop aan, want de afstelling van de ventilator is niet bij elk merk ideaal. MSI heeft vanaf het begin de beste kaarten, met een semi-passieve werking op elk X570-model. Bij Gigabyte was de chipsetfan op launch nog niet regelbaar, maar met de nieuwste bios kan dat wel. Uiteindelijk zou de chipsetfan op geen enkel bord tot geluidsoverlast moeten leiden, al moet je daarvoor soms wel een stiller fanprofiel selecteren of aanmaken in de bios.

Aanraders voor een betaalbaar X570-moederbord (200-300 euro)

Zoals gezegd zouden we de allergoedkoopste X570-moederborden links laten liggen: voor hetzelfde geld koop je een luxer bord van de vorige generatie en het pluspunt van de betere VRM’s gaat hier niet op. Wil je per se micro-atx, dan is de ASRock X570M Pro4 je enige keuze, maar puur op basis van de testresultaten is het geen aanrader.

De Gigabyte X570 Aorus Elite (gem. 223 euro) is het betaalbaarste bord dat we wel zouden aanraden: veel waar voor je geld met onder meer een ALC1200-audiocodec, een netwerkchip van Intel en een best aardige stroomvoorziening. Wel heeft hij nog enkele prominente nadelen, zoals het ontbreken van een SLI-certificaat en weinig snelle usb-poorten. Een Great Value award is echter op zijn plaats.

Als je wat meer uitgeeft, krijg je daar ook een veel completer X570-moederbord voor terug. De ASRock X570 Extreme4, Gigabyte X570 Aorus Pro en Asus Prime X570-Pro staan vrijwel recht tegenover elkaar: op het moment van schrijven kosten ze gemiddeld allemaal tussen de 275 en 280 euro. ASRock ondersteunt als enige geen SLI en heeft de zwakste stroomvoorziening van het trio. Asus is aanmerkelijk scheutiger met de usb-poorten, zowel qua aantal als snelheid. Ook heeft alleen de Prime X570-Pro een displayport-uitgang. Daar zet Gigabyte tegenover dat je bij de X570 Aorus Pro twee m.2-koelers krijgt in plaats van een, en bovendien is de stroomvoorziening net wat luxer. Het ligt er dus maar net aan wat je belangrijker vindt: Asus en Gigabyte krijgen beide een Excellent Choice award.

Aanraders voor een luxe X570-moederbord (300-450 euro)

Wie in de markt is voor een X570-moederbord, heeft al besloten om een redelijk budget beschikbaar te stellen. De stap naar een duidelijk luxer model is dan wellicht niet zo ver meer. Tussen de 300 en 450 euro hebben alle fabrikanten een aanbod, vaak zelfs bestaande uit meer dan één model.

Asus imponeert wederom met veel én snelle usb-poorten: op zowel de Asus RoG X570-E Strix Gaming als de RoG Crosshair VIII Hero tellen we acht usb 3.1-poorten. De twee Asus-borden zijn in dit segment dan wel weer de enige zonder derde m.2-slot. Ook aan andere voorzieningen merk je dat je in een luxer segment terecht bent gekomen. De ASRock X570 Taichi en Phantom Gaming X, Gigabyte X570 Aorus Master en Asus RoG Crosshair VIII Hero hebben bijvoorbeeld een additionele audioversterker voor high-end hoofdtelefoons, terwijl beide Asus-borden, de ASRock X570 Phantom Gaming X, de MSI MEG X570 Ace en de Gigabyte X570 Aorus Master van een 2,5Gb-netwerkpoort zijn voorzien. De stroomvoorziening is in dit segment altijd van topniveau, al gaat Gigabyte duidelijk aan de leiding dankzij zijn exclusieve pwm-controller. Ook een foutcode-display is in deze klasse standaard.

De winnaars van de Excellent Choice awards zijn de meest compromisloze borden, oftewel de modellen die de meeste van de bovengenoemde eigenschappen in één product combineren. Dat zijn de Gigabyte X570 Aorus Master en Asus RoG Crosshair VIII Hero: beide voorzien van 2,5Gb-ethernet, een audioversterker, een zeer capabele stroomvoorziening en een snelle WiFi-6-chip. Asus biedt meer usb- en sata-poorten, maar heeft zoals gezegd een m.2-slot minder en is een dikke veertig euro duurder: een waardig gelijkspel dus. Een derde award is er ook voor de ASRock X570 Phantom Gaming X, die eigenlijk alleen wat weinig snelle usb-poorten heeft maar verder vrijwel net zoveel biedt voor de nodige tientjes minder.

Aanraders voor een extreem X570-moederbord

Voor we bij de echte top komen, zijn er nog een paar modellen die een beetje tussen de linies door zweven. Dat zijn de MSI Prestige X570 Creation en ASRock X570 Creator. Hun naam verraadt reeds de doelgroep: gebruikers die hogen eisen stellen aan hun hardware (bijvoorbeeld voor creatief werk), maar niet per se gamen. Op deze modellen dus geen of veel minder rgb, maar wel high-end features zoals 10Gb-ethernet en een zeer luxe stroomvoorziening. Ze kosten allebei zo'n 500 euro. Wij vinden de ASRock X570 Creator een stuk beter geslaagd: hij heeft Thunderbolt 3 (tweemaal zelfs!), lekker veel sata-poorten en de best gekoelde stroomvoorziening van het duo. De enige kleine minpuntjes zijn het ouderwetse, losse i/o-paneel (hallo ASRock, dit is een moederbord van 500 euro!) en het relatief lage aantal van vijf fanheaders, maar voor deze doelgroep is hij de Ultimate Product award waard.

In het absolute topsegment tellen we drie borden: de Crosshair VIII Formula (gem. 629 euro) van Asus en twee 800 euro kostende borden van MSI (MEG X570 Godlike) en Gigabyte (X570 Aorus Xtreme). De goed ingevoerde lezer weet dat Asus’ absolute topmodel nog ontbreekt: we vermoeden dat de Extreme pas op de markt wordt gebracht als de 16-core 3950X uitkomt, en zo maar nog eens fors duurder zou kunnen worden dan de borden van Gigabyte en MSI.

De Gigabyte X570 Aorus Xtreme maakt indruk met zijn zeer sterke stroomvoorziening en volledig passieve koeling, waarmee dit het enige X570-bord uit de test zonder ventilatortje is. SLI met meer dan twee kaarten is niet mogelijk, maar dat geldt ook voor alle recente Nvidia-videokaarten, dus dat komt mooi uit. Een pluspunt is dat de 10Gb-ethernetchip on-board is verwerkt – bij de MSI MEG X570 Godlike krijg je een pci-e-kaart, Asus houdt het bij 5Gb-ethernet. Al met al doet de Gigabyte X570 Aorus Xtreme zijn naam eer aan als meest extreme X570-moederbord van allemaal, en dus de winnaar van de Ultimate Product award. In Hardware Info Magazine #4/2019 gingen we overigens dieper in op de meest luxe X570-moederborden en alle toffe accessoires die je daarbij krijgt – dat strekt te ver om in deze round-up te behandelen. Binnenkort zal dat artikel ook online verschijnen.

Aanraders voor een mini-ITX X570-moederbord

Tot slot de drie mini-itx-moederborden in deze round-up: de Gigabyte X570 I Aorus Pro WiFi, ASRock X570 Phantom Gaming-ITX/TB3 en Asus RoG Crosshair VIII Impact. In vergelijking met de prijzen van full-size ATX-moederborden is de 250 tot 260 euro die de ASRock en Gigabyte moeten opbrengen best bescheiden. De Gigabyte valt vooral op doordat hij relatief veel usb-poorten en tweemaal m.2 (waarvan één aan de voorkant en dus echt geschikt voor snelle ssd’s) heeft. Ook telt dit bordje maar liefst drie monitoruitgangen en zowel luxe wifi als audio. ASRock biedt een betere stroomvoorziening en Thunderbolt 3, wat een unieke feature is in dit segment. De plaatsing van het enige m.2-slot op de achterkant vinden we dan weer een misser. Afhankelijk van je wensen zijn het beide prima keuzes en dus een Excellent Choice award waard.

Tot slot de Impact, die wanneer hij beter leverbaar wordt rond de 350 euro uit zou moeten komen. Strikt gezien is dit RoG-bordje net geen itx (hij is iets langer), maar het is wel veruit het meest innovatieve mini-bordje. Zo heeft Asus plaats weten te vinden voor twee goed gekoelde m.2-ssd's en diverse overklokfeatures, zoals een hex-display en bios-flashback. Bovendien biedt Asus lekker veel én snelle usb-poorten. De RoG Crosshair VIII Impact gaat dus met een Ultimate Product award huiswaarts.