MSI GF63 versus Acer Aspire 7-A715 versus HP Pavilion Gaming 15: Wat is de beste betaalbare gaming laptop?

Inleiding

Het fenomeen 'gaming laptop' roept dezelfde associaties op als een sportwagen: een 'agressief' lijnenspel, dikke uitlaten aan de achterkant, en uiteraard razendsnelle hardware om de hoogste framerates op het scherm te toveren. Gelijk een sportwagen brengt zo'n scheurijzer ook een hoge prijs met zich mee, zeker sinds Nvidia zijn mobiele RTX-lineup aan het publiek voorstelde. De prijzen van laptops met de snelle RTX 2070- en RTX 2080-videokaarten gaan al snel richting - of ver over - de tweeduizend euro.

Op Hardware Info laten we je natuurlijk graag het beste zien wat fabrikanten te bieden hebben. Toch is het juist ook interessant om te bezien wat fabrikanten in een lager segment te bieden hebben. Zeker in de back-to-schoolperiode zijn goede deals in trek. Lang niet alle studenten behoren tot de happy few die zich een raytracend racemonster kunnen veroorloven.

'Gaming' voor minder

In deze review bekijken we daarom een drietal laptops uit het lagere gaming-segment. MSI stuurde zijn GF63 9SC-203NL, een model dat specifiek in deze back-to-schoolperiode in de markt is gezet. Uiteraard is de machine voorzien van de rode draak en dito accenten, al is de vormgeving wat minder uitgesproken dan die van sommige duurdere gaming laptops van MSI. De HP Pavilion Gaming 15 dk0976nd (6WJ71EA) oogt al meer bijzonder: een opvallend centraal scharnier en hoekige 'uitlaten' aan de achterkant. De meeste laptops in de Pavilion Gaming-serie - HP's alternatief voor wie een 'Omen'-laptop van het merk toch wat te duur vindt - zijn ook nog eens voorzien van gifgroene accenten, maar ons testmodel heeft een neutrale, zwart/witte vormgeving meegekregen. Wil je nog minder opvallen met je laptop, maar toch recente 3D-games kunnen spelen, dan is de Acer Aspire 7 A715-74G-77AW wellicht een goede keus. Die oogt als een luxe, ietwat uit de kluiten gewassen kantoorlaptop. Alleen door het Geforce GTX-stickertje kunnen anderen wellicht vermoeden, dat je apparaat tot beduidend meer in staat is dan Patience en Mijnenveger.

De prijzen van het drietal dat we vandaag bekijken, liggen tussen de 1199 en 1349 euro - de modellen van MSI en HP zijn het goedkoopst, terwijl de laptop van Acer het duurst is. De geteste Aspire 7 A715 is overigens een iets ander model dan de verkrijgbare versie, al is het verschil slechts een dubbel zo grote ssd. Alle drie de laptops bieden dezelfde combinatie van cpu en videokaart: een Core i7-9750H, een van Intels krachtigste laptopprocessors van het moment, gecombineerd met de Nvidia GTX 1650, het instapmodel van de mobiele Turing-kaarten. In geval van de MSI GF63 is dat een Max-Q-exemplaar, terwijl de andere twee van een 'normale' GTX 1650 zijn voorzien.

Dubbele balanceeract

In feite is de uitdaging voor fabrikanten in dit segment van instap gaminglaptops tweeledig. De eerste is zowat universeel: in een race naar de hoogste specs voor de laagste prijs besparen fabrikanten maar al te snel op belangrijke eigenschappen als een stevig vormgegeven behuizing, een prettig toetsenbord en touchpad en een mooi scherm. Die eigenschappen zie je immers niet terug in de folder.

Als tweede staan deze machines sterk onder druk vanuit hogere en lagere segmenten. Onlangs las je bijvoorbeeld op Hardware Info over de Lenovo Ideapad L540-15IWL, een apparaat dat voor slechts 799 euro al een GTX 1650 Max-Q bevat. Die dunne laptop oogt eerder als een zakelijk model dan als een rasechte gaming-machine en heeft bijvoorbeeld een minder performante Whiskey Lake-U-processor aan boord. Aan de andere kant is de videokaart wel hetzelfde, waarmee de grafische prestaties dicht in de buurt zouden kunnen komen. Omgekeerd kun je voor meer geld laptops met een flink snellere gpu aanschaffen - bijvoorbeeld een GTX 1660 Ti of zelfs RTX 2060. De eerste GTX 1660 Ti-laptops duiken in onze Prijsvergelijker zelfs al voor minder dan 1299 euro op.

In die drukke markt zullen betaalbare gaming laptops met een GTX 1650 dus moeten laten zien, dat ze meerwaarde kunnen bieden boven machines die nog goedkoper zijn maar dezelfde videokaart bevatten, bijvoorbeeld door een betere constructie of andere eigenschappen. Tegelijk moeten ze daardoor ook niet te duur worden om op prijs voorbijgestreefd te worden door apparaten met een snellere videokaart. Welke van de drie fabrikanten lukt het deze dubbele balanceeract het best uit te voeren?

MSI GF63 Thin 9SC-203NL

De MSI GF63 - we laten het achtervoegsel voor de leesbaarheid achterwege - ziet er qua kleuren en afwerking het meest uit als een typische gaming laptop, al is het model van HP qua lijnvoering misschien weer wat meer 'gamer-achtig'. De GF63 beschikt namelijk niet over de typische forse uitlaten aan de achterkant, waaraan je een op spellen gericht apparaat over het algemeen kunt herkennen. Rondom de linkerkant en achterkant van het apparaat zijn enkele bescheiden roosters aangebracht, waardoor het apparaat zijn warmte kwijt kan.

We bespraken de GF63 al eens eerder in een andere configuratie - toen nog met een GTX 1050 Max-Q-videokaart en een Core i7-8750H-cpu, die je allebei zou kunnen zien als de directe voorgangers van de GTX 1650 Max-Q en Core i7-9750H in deze notebook. Nog steeds is de MSI GF63 een vrij dun en licht apparaat, tenminste voor een 15,6 inch gaminglaptop. Onze weegschaal slaat uit naar 1920 gram (30 gram meer dan de 'oude' GF63), waarmee het GTX 1650-model 300 gram lichter is dan de Acer Aspire 7 A715, en 400 gram lichter dan de HP Pavilion Gaming 15. Ook qua breedte en diepte is de GF63 kleiner uitgevallen dan de concurrentie, waarbij hij ook nog eens stukken dunner is. De schermranden zijn relatief smal gehouden: aan de zijkanten 8 mm en bovenaan 18,4 mm. Wellicht ten overvloede: je ultrabook ga je niet vervangen met dit apparaat - nog steeds bedraagt de buikomvang 2,2 centimeter - maar voor een laptop met deze specificaties is de GF63 aangenaam licht te noemen.

Hoewel de constructie van de GF63 voor het grootste gedeelte uit plastic bestaat, heeft MSI de schermklep en de ruimte rondom het toetsenbord voorzien van een plaat geborsteld en zwart geverfd metaal. Dat geeft het apparaat toch net een beetje meer luxe mee. Nadeel van het gebruik van geverfd metaal is wel dat vette vingerafdrukken er maar al te snel op te zien zijn. De overgang tussen de plastic aan de zijkanten en het metaal had wel wat luxueuzer gemogen. Datzelfde geldt voor het plastic aan de zijkanten; de zijranden voelen een beetje scherp aan, wat een onnodig goedkope indruk geeft.

Hoewel de metalen gedeelten aan de buitenkant van de laptop gelet op het geringe gewicht waarschijnlijk relatief dun zijn, veert de constructie bij puntbelasting toch niet al te veel mee. De stevigheid is dus op orde en MSI heeft bovendien een trucje toegepast: onder het midden zitten drie extra voetjes, waardoor de laptop daarop kan rusten als je hem in het midden probeert in te drukken. Sowieso oogt de onderkant van de GF63 vrij druk, met zijn hoekige ventilatieroosters en schuin geplaatste lijnen. Minder goed is de stevigheid van de schermklep, want die voelt tamelijk flexibel. Zeker de ruimte onderaan, in het midden tussen beide scharnieren, is een zwak punt. Wel weer fijn is dat het scharnier soepel genoeg is afgesteld, om de laptop met één hand te kunnen openen. Opengeklapt blijft het scherm redelijk goed in positie; het scharnier van de Aspire 7 A715 is nog iets stabieler.

Toetsenbord en touchpad

MSI heeft er als enige voor gekozen om een toetsenbord zonder afzonderlijke numpad in te bouwen. Daar kunnen we prima mee leven: een gaming laptop is immers niet bedoeld voor Excel. Prettig aan de lay-out is ook de relatief grote linker Control-toets en de op de normale afmetingen uitgevoerde pijltjestoetsen. Doordat er naast het alfanumerieke gedeelte één extra kolom toetsen aanwezig is, hebben ook knoppen als 'PageUp' en 'PageDown' een eigen plekje gekregen. Minder prettig is, dat de functietoetsen zoals gebruikelijk nogal klein zijn uitgevoerd. Ook ontbreekt (net als bij de concurrentie) een knop om de Windows-toets uit te schakelen, al kan dat wel via de meegeleverde Dragon Center-software (zie onder).

De rood omrande en beletterde toetsen van de GF63 zijn voorzien van dito verlichting, waarbij het niet mogelijk is om de lampjes in zones of per toets afzonderlijk te regelen. Voor een notebook van dit formaat is er relatief weinig travel aanwezig, net als bij het model van Acer - een logische concessie, gezien de geringe dikte van dit model. In tegenstelling tot bij de Aspire 7 A715 is de feedback van het toetsenbord van de GF63 echter vrij stevig; je voelt rondom de acuatie van de toets een duidelijke verhoging van de weerstand. Dat is in combinatie met de weinige travel eigenlijk wel prettig. Bovendien veert het toetsenbord in het midden weinig mee. Al met al heeft MSI een toetsenbord ingebouwd waar prima mee te werken valt.

De touchpad heeft afmetingen van 66 x 106 mm en heeft het gladste oppervlak van de drie modellen in deze bespreking. Net als de andere twee heeft de GF63 ingebouwde muisknoppen onder het aanraakgevoelige oppervlak. De feedback daarvan had iets directer gemogen; het oppervlak veert relatief ver in. Ook de manier waarop het touchpad gemonteerd zit had beter gekund; echt los zit het niet, maar het model van Acer maakt een betere indruk. Evengoed is ook het touchpad van de GF63 een Precisie-touchpad, waarvoor Microsft de driverondersteuning verzorgt.

Software

Van de drie fabrikanten levert MSI de meeste nuttige software mee. De fabrikant installeert hetzelfde Dragon Center-dashboard als op zijn duurdere gaming-laptops. Het programma stelt je in staat je systeem te monitoren of het huidige energiebeheerprofiel te wijzigen. Bij het opstarten van Dragon Center zie je allereerst actuele informatie over de gpu en cpu in je laptop, alsmede de belasting van die onderdelen. Tevens vind je de hoeveelheden geheugen en opslag die in gebruik zijn en worden de huidige rotatiesnelheden van de twee fans weergegeven. In het scherm 'System Tuner' vind je enkele instellingen als de kleurmodus van het scherm en het geluidsprofiel kiezen. Tevens kun je de Windows-toets en webcam uitzetten.

Het scherm 'Battery Master' laat je de accu tot een bepaald niveau opladen om de levensduur ervan te verlengen. Middels de 'G'-knop in het midden van Dragon Center bereik je het scherm voor het instellen van de 'Gaming Mode'. Daarmee worden prestatie-instellingen automatisch toegepast wanneer je een zelfgekozen applicatie opstart, waarbij achtergrond-apps automatisch worden gesloten. Niet alle instelmogelijkheden van duurdere apparaten zijn bij de GF63 beschikbaar. Zo missen opties om de verlichting van het toetsenbord aan te passen (de GF63 heeft immers geen per-key instelbare toetsverlichting of rgb-lampjes) en ook mist de aparte 'True Color'-applicatie waarmee op andere MSI-laptops de kleuren van het scherm nader kunnen worden bijgeregeld. Wel aanwezig is het programma 'Nahimic', een soort equalizer. Tevens vind je ook op deze laptop de 'App Player', ontwikkeld door Bluestacks. Met de emulator kun je mobiele Android-spellen op groot scherm afspelen. Je kunt meerdere spellen tegelijk draaien en ook zelf .apk-bestanden toevoegen, mocht de ingebouwde applicatiewinkel geen soelaas bieden.

Helaas tref je op de MSI GF63 bij de eerste start wat bloatware aan, net als overigens bij de concurrentie van HP en Acer. Naast de voor Windows 10 gebruikelijke snelkoppelingen voor het Microsoft Office-pakket (dat wel nog eventjes moet worden aangeschaft) bevat het startscherm tegels met reclame voor videodienst Hulu, Evernote, LinkedIn en Spotify.

Aansluitingen

De MSI GF63 heeft ongeveer hetzelfde aansluitingengamma als de andere twee laptops in dit artikel. Een handig detail dat we elders niet terugvinden: MSI heeft de hdmi 2.0-uitgang (geschikt voor 4K/60 Hz) aan de achterzijde geplaatst. Dat is best een logische locatie, omdat de fors bemeten stekker zo niet ver aan de zijkant van het apparaat uitsteekt.

Aan de linkerzijde vinden we alleen de voedingsaansluiting (die wat ons betreft ook wel achterop had mogen zitten) en een enkele klassieke usb 3.0 type-A poort. Rechts zitten nog eens drie usb-aansluitingen. Twee daarvan zijn weer de traditionele type-A-poorten, één is als type-C uitgevoerd. Alle hebben de 3.0-snelheid. Verder treffen we hier een ethernetpoort en twee vergulde 3.5 mm-uitgangen - één voor je hoofdtelefoon en één voor de microfoon. Het is fijn dat MSI daaraan gedacht heeft gezien sommige gaming headsets over een aparte microfoonkabel beschikken. Bij de andere twee fabrikanten tref je alleen een combojack aan. Een geheugenkaartlezer vond MSI kennelijk niet nodig, want die ontbreekt op de GF63.

De adapter van de MSI GF63 is forser dan de concurrentie. Het langwerpige zwarte blok met een vast bevestigd snoer naar de laptop levert 120 W, en heeft afmetingen van 14,8 x 7,6 x 2,7 centimeter.

Uitbreiden

Als we een blik werpen op het binnenwerk van de GF63, is te zien dat er niet direct mogelijkheden zijn om de machine na aanschaf nog uit te breiden met nieuwe componenten. Zo zijn beide geheugenslots al gevuld met een ddr4-sodimm. Ook het enkele m.2-slot (het tweede zichtbare slot dient voor de netwerkvoorziening) en de 2.5 inch-drivebay zijn al bezet met opslagapparaten.

In het kort

De MSI GF63 heeft een lekker dunne en lichte behuizing meegekregen voor een laptop van dit kaliber. De machine is bovendien voldoende stevig en luxe afgewerkt, met een prima werkomgeving. Verder is ook de prijs niet al te hoog als je het vergelijkt met de meest betaalbare laptops in dit segment. Toch zijn er nog wel wat dingen aan te merken op de MSI GF63. De fabrikant heeft helaas een Max-Q-videokaart moeten toepassen voor de mooie dunne vormgeving, wat een lager prestatieniveau tot gevolg heeft. Bovendien zijn scherm en accuduur - net zoals bij de twee concurrenten in dit artikel - weinig indrukwekkend. Vooral bij zwaar gebruik moet de GF63 binnen de kortste keren aan de lader.

3D-prestaties vallen lager uit door de toepassing van een Max-Q videokaart (-10%)

Scherm met tegenvallende kleurdekking en ietwat beperkte maximale helderheid (net als de concurrentie in dit artikel); bovendien is ook het contrast relatief laag en is de grijskalibratie slecht

Accuduur weinig indrukwekkend, zeker bij zwaar gebruik

Lekker licht en dun voor een machine met deze specificaties; ook qua breedte en diepte het kleinst van dit trio

Fijne werkomgeving: goed toetsenbord en prima touchpad, voldoende stevige behuizing met metalen accenten

Goedkoper dan concurrent van Acer, soms ook goedkoper dan de HP Pavilion Gaming 15 uit dit artikel

HP Pavilion Gaming 15 dk0976nd (6WJ71EA)

De HP Pavilion Gaming 15 (ook hier laten we het achtervoegsel in de tekst weg) heeft een nogal hoekig ontwerp. Vooral de hoekige uitlaten aan de achterkant van het apparaat springen in het oog, maar ook aan de rest van de machine is te zien dat HP aandacht heeft besteed aan het design. De zijkanten van de schermklep en behuizing lopen bijvoorbeeld niet simpel recht af, maar bevatten een scherpe vouw als extra ontwerpdetail. Door dat slimme gebruik van hoeken in de behuizing lijken de schermranden bijvoorbeeld nog wat smaller dan ze al zijn: 8 mm aan de zijkanten en 12,4 mm bovenaan. Hoewel de Pavilion Gaming 15 daarmee de smalste machine is van het in dit artikel bekeken trio, is het wel een vrij fors apparaat in andere dimensies. Het nogal hoge gewicht van de Pavilion Gaming 15 - 2,3 kilo schoon aan de haak - is een niet onbelangrijk nadeel en datzelfde geldt voor de dikte van bijna 3 centimeter.

Waar de meeste Pavilion Gaming-machines zijn uitgevoerd in matzwart met gifgroene accenten - groene toetsverlichting en een glanzend groen logo op de kap - en HP recent op de Gamescom ook een paarse variant aankondigde, is ons testmodel voorzien van een meer ingetogen, zwart/witte kleurstelling. Het is fijn dat HP die keuze biedt, voor wie niet zoveel geeft om dat soort kleuraccenten.

Ten opzichte van de Pavilion Gaming 15-laptop die we vorig najaar bekeken (voorzien van een Intel Core i7-8750H-cpu en GTX 1060 Max Q-videokaart) is de behuizing van het model dat nu voor ons staat iets anders ontworpen. Helaas zijn ook de metalen accenten verdwenen, waarover die laptop wel nog beschikte. De hele behuizing van de Pavilion Gaming 15 met GTX 1650 die nu voor ons staat, is gemaakt van matzwart plastic. Het ietwat ruwe gevoel komt wel wat in de buurt van het 'rubberized' plastic dat sommige fabrikanten van gaming laptops toepassen. Het materiaal weet vingerafdrukken effectief te verbergen en voelt naar ons idee prima aan, maar minder luxueus dan metaal. Je merkt het gebruik van plastic vooral aan de ietwat tegenvallende stevigheid: vooral in het midden geeft de machine meer mee, dan de concurrentie van MSI en Acer. HP heeft de strak vormgegeven onderkant ook niet voorzien van extra voetjes in het midden, zoals MSI heeft gedaan bij de GF63, om het inveren te voorkomen.

In tegenstelling tot bij de andere twee laptops is de schermklep bij de Pavilion Gaming 15 bevestigd middels een centraal scharnier. Potentieel een slimme keuze: vaak is de bezel tussen beide scharnierpunten een zwak punt in de constructie van een laptop, maar daarvan heeft deze HP dus geen last omdat daar het scharnier zit. Ook in andere opzichten is de stevigheid van de schermklep prima voldoende. Jammer is wel dat de feedback van het scharnier tegenvalt. De laptop kan niet goed met één hand worden geopend, omdat de basis een klein stukje mee omhoog komt en dan weer terug valt. In opengeklapte toestand is het scharnier dan weer niet stijf genoeg en wappert het scherm te gemakkelijk heen en weer, als het apparaat heen en weer beweegt. De schermklep kan voorts minder ver worden geopend dan bij de machines van MSI en Acer.

Toetsenbord en touchpad

Het toetsenbord van de Pavilion Gaming 15 is net als dat van de Acer Aspire 7 A715 voorzien van een aparte numpad. Wellicht prettig voor wie naast het spelen van spellen nog veel met cijfers bezig is. De toetsen zijn net wat groter dan bij het toetsenbord van de Aspire A715, waarbij de tussenruimte tussen de chiclettoetsen nogal groot is. Minder groot zijn, zoals gebruikelijk, de toetsen van de bovenste rij, die op de halve hoogte zijn uitgevoerd. Ook de indeling van de onderste rij is niet zo handig gekozen. HP heeft de linker 'Control'-toets versmald om ruimte te bieden aan een extra 'Fn'-knop en dat is even wennen. Het samengeperste cluster met pijltjestoetsen verdient voor een gaming notebook ook geen lof.

De toetsen van ons testmodel zijn voorzien van een witte opdruk, witte omranding en witte verlichting, waarbij er net als bij de concurrentie alleen voor het hele toetsenbord kan oplichten (of niet), en ook niet voor andere kleuren verlichting kan worden gekozen. Eventueel kun je wel voor een versie van de Pavilion Gaming kiezen met groene accenten, waarbij ook het toetsenbord groen wordt verlicht. De toetsen van de Pavilion Gaming bieden meer travel dan bij de concurrentie en dat is prettig. De feedback tijdens actuatie is echter een beetje slap. Daar valt gezien de travel nog wel mee te leven, maar een groter bezwaar is de ietwat 'zompige' bottom out in het midden van het toetsenbord, doordat de plaat onder het toetsenbord meer meegeeft dan de andere twee laptops in deze bespreking. Daarbij produceert het typen op de Pavilion Gaming 15 een wat lawaaiig geklik.

De touchpad van de HP Pavilion Gaming 15 meet 61 bij 116 mm en is daarmee vrij breed, maar niet erg 'hoog'. Het oppervlak is het minst glad van de drie laptops in deze test - het lijkt haast alsof HP geen glas heeft toegepast, zoals op een goedkopere notebook, al kan het in het geval van dit apparaat ook een 'gaming' feature zijn. Je vinger glijdt immers minder makkelijk door, wat een betere controle zou kunnen geven. In tegenstelling tot wat we vaker zien bij HP-laptops, heeft de fabrikant in de Pavilion Gaming 15 wél voorzien in een Microsoft Precision Touchpad. Net als bij de andere machines zitten de muisknoppen onder het aanraakgevoelige oppervlak. Dat veert gelukkig niet al teveel in, maar het oppervlak zit net niet helemaal goed bevestigd op de onderliggende knoppen, waarmee het geheel een klein beetje rammelt. Klikken produceert een relatief laag geluid.

Software

Op de luxere Omen-laptops van HP vind je standaard de Omen Command Center-software, maar niet op deze Pavilion Gaming-notebook. Je kunt Omen Command Center in principe wel installeren op dit apparaat, maar je krijgt dan niet meer opties te zien dan op iedere andere Windows 10-pc. Op de Pavilion Gaming 15 blijven de instelmogelijkheden beperkt tot een serie kleine hulpprogrammaatjes, die niks met het spelen van spellen of met deze notebook specifiek te maken hebben. Nuttig is wellicht nog de 'Bang&Olufsen'-app, die een equalizer bevat.

Helaas tref je op de Pavilion Gaming 15 bij de eerste start wel de nodige bloatware aan, net als overigens bij de concurrentie van MSI en Acer. Naast de voor Windows 10 gebruikelijke snelkoppelingen voor het Microsoft Office-pakket (dat wel nog eventjes moet worden gekocht) bevat het startscherm tegels met reclame voor Booking, Netflix en Spotify. HP is ook zo vrij geweest een proefversie van virusscanner McAfee LiveSafe te installeren, die na het aflopen van de korte probeerperiode vanuit het systeemvak continu om een aanschaf bedelt.

Aansluitingen

De aansluitmogelijkheden van de Pavilion Gaming 15 zijn prima voor elkaar. Het grootste minpunt vormt de verouderde hdmi 1.4-poort linksachter op de behuizing, die slechts 4K/30 Hz ondersteunt. Gelukkig biedt deze laptop als enige ook een echte multifunctionele usb 3.0 type C-poort die ook beeldsignalen kan transporteren. Je kunt deze laptop daardoor prima gebruiken in combinatie met een usb-C docking station, waarmee je in theorie 4K-schermen met 60 Hz kunt aansluiten. Tot slot tref je op de linkerkant nog een usb 3.0-type A, gigabit ethernet en een fullsize geheugenkaartlezer. Dat is ook een fijne extra, zeker als je vaak foto's maakt met een losse digitale camera.

Aan de rechterkant zitten van achter naar voren de propriëtaire voedingsaansluiting, twee usb-3.0 type-A poorten en een 3.5 mm-combojack. Een aparte microfoonaansluiting, die je nodig hebt voor bepaalde gaming headsets, ontbreekt dus. Evengoed zijn de meeste wenselijke aansluitingen wel voorhanden, plus handige extraatjes als een multifunctionele usb-C aansluiting en geheugenkaartlezer. Fijn is voorts dat de zijkanten - in tegenstelling tot bij MSI en Acer - geen ventilatieroosters bevatten. Aan welke kant je de muis ook gebruikt (en gegeven het doel van deze laptop, gaan we er wel vanuit dat je een losse muis aansluit), je muishand wordt zodoende niet verhit door de hete luchtstroom.

HP levert bij de Pavilion Gaming 15 een adapter van liefst 150 W. Het blok voor de stroomvoorziening heeft de van HP bekende vormgeving met afgeronde zijkanten, een glimmend plastic gedeelte en een haaks bevestigd snoer richting de laptop. De afmetingen zijn beperkter dan bij de concurrentie: 13,8 x 6,7 x 2,3 cm.

Uitbreiden

We hebben de Pavilion Gaming 15 even opengeschroefd om te kijken of er nog mogelijkheden zijn het systeem na aanschaf uit te breiden met andere hardware. Je kunt de ssd, de 2.5 inch-harde schijf (voorzien van een 'HP Pavilion-afdekplaatje), de twee geheugenmodules en de netwerkkaart vervangen, maar lege posities voor meer opslag of geheugen zijn er niet.

In het kort

De HP Pavilion Gaming 15 herken je dankzij de hoekige belijning en forse 'uitlaten' meteen als gaming laptop, ondanks het sobere kleurgebruik van ons testmodel. Helaas is de behuizing vrij log en zwaar, maar tegelijk minder stevig dan bij de concurrentie. Fijn is dan wel weer het uitgebreide aansluitingengamma, met een multifunctionele usb-c aansluiting en een kaartlezer. Bovendien zet de Pavilion Gaming 15 overall de hoogste prestaties neer van het hier vergeleken trio. Wel heeft de machine last van dezelfde nadelen als de concurrentie in dit artikel, waarmee de deur naar goedkopere en duurdere concurrenten wordt opengezet: een tegenvallend beeldscherm en een korte accuduur - zeker bij licht gebruik gaat deze HP kort mee.

Relatief dik, groot en zwaar (2,3 kg), maar toch gemaakt van plastic, waarmee deze laptop net wat minder luxe aanvoelt

Korte accuduur bij licht gebruik

Scherm met tegenvallende kleurdekking en ietwat beperkte maximale helderheid (net als de concurrentie in dit artikel); 6-bit kleurdiepte...

...contrast is wel lekker hoog

Goede prestaties dankzij goede koeling - overall de snelste van het trio in dit artikel

Multifunctionele usb-c poort en fullsize sd-kaartlezer zijn fijne extra's - helaas wel een verouderde hdmi 1.4-poort

Acer Aspire 7 A715-74G-75QA

Als hij zo voor je staat, zou je niet zeggen dat in de Acer Aspire 7 A715 (we korten de volledige productnaam in de lopende tekst weer af) een echte gaming laptop schuilgaat. Het idee achter de Aspire 7-serie, die Acer in 2017 introduceerde, is immers dat je de laptops ook naar je werk moet kunnen meenemen, zonder dat de baas je daarvoor met een scheef oog aankijkt. Met zijn metalen behuizing en glimmende randjes rondom ziet de Aspire 7 er een stukje luxer uit dan de concurrentie. Het apparaat is met 1299 of 1349 euro (afhankelijk van de capaciteit van de ssd) ook wel het duurst.

Waar de constructie van de MSI GF63 nog voor een groot deel van plastic is gemaakt, bestaat de Aspire 7 A715 voor een groter deel uit metaal. Zowel de bovenkant als de zijkanten van basis en schermklep zijn gemaakt van één deel donkergrijs geanodiseerd aluminium. De ietwat ruwe afwerking ziet er prima uit en verbergt vingerafdrukken effectief. Acer heeft bovendien enkele glimmende afgeschuinde randjes toegevoegd voor een extra ontwerpaccent: om de touchpad, vingerafdrukscanner en rondom de hele basis. De randen van de Aspire 7 A715 voelen daardoor wel wat scherper aan, al is het niet voldoende om echt vervelend te zijn. Door het vele metaal is de stevigheid van de behuizing goed op orde. Zo kun je de plaat in het midden niet te ver indrukken en ook tegen torderen is de behuizing goed bestand.

De schermklep is bevestigd middels een apart gedeelte van lichtgrijs plastic dat achteraan de behuizing uitsteekt. Door de metalen constructie is de klep redelijk stevig, al blijft de bezel onderaan in het midden een zwakker punt. Acer heeft de machine uitgerust met een behoorlijk fijn scharnier. Het openklappen verloopt erg soepel, waardoor de laptop eenvoudig met één hand worden kan worden geopend. Tegelijkertijd blijft het scherm in opengeklapte toestand het meest stabiel in positie. Het scharnier kan bovendien zeer ver worden geopend, tot iets voorbij de 180 graden. Zo kun je het scherm onder iedere gewenste hoek gebruiken.

Acer heeft dus veel aandacht besteed aan de bovenkant van de Aspire 7 A715, maar heeft helaas nagelaten hetzelfde te doen voor de onderkant - de plastic plaat aan die kant voelt nogal goedkoop aan. Een ander nadeel zijn de relatief brede schermranden voor een laptop anno 2019. Links en rechts zitten bezels van 8,6 mm de bovenste rand meet 16 mm. Dat was anderhalf jaar geleden ongetwijfeld modern, maar tegenwoordig komt het ontwerp van de Aspire 7 A715 daardoor iets ouderwets over. Door de bredere schermranden is de machine ook als geheel iets breder uitgevallen dan de concurrentie, al is de Aspire 7 wel iets minder diep dan de HP Pavilion Gaming 15. De laptop is ook stukken dunner, al komt de buikomvang van 2,45 centimeter niet in de buurt van de 2,19 centimeter van de MSI GF63. Ook qua gewicht zit de Aspire 7 A715 tussen beide concurrenten in: met 2210 gram is de machine duidelijk zwaarder dan de 1920 gram wegende GF63, maar lichter dan de Pavilion Gaming 15, waarbij de weegschaal uitslaat naar 2325 gram.

Toetsenbord en touchpad

Acer heeft de Aspire 7 A715 voorzien van een toetsenbord met een aparte numpad, waar MSI heeft gekozen geen numeriek blok toe te voegen. Als je veel met cijfers werkt, is een numpad mogelijk handig. Nadeel is wel dat de toetsen er nogal klein van zijn geworden. Dat komt ook doordat er bij de Aspire 7 A715 wat meer ruimte tussen de toetsen zit. Bovendien zijn de toetsen net wat vlakker dan bij de concurrentie, wat in praktijk minder prettig typt. Qua lay-out zien we de gebruikelijke indeling met kleine functietoetsen. Opvallend is dat Acer ervoor heeft gekozen om de powerknop op het toetsenbord te integreren. Jammer is net als bij HP de voor gaming wat minder handige indeling van de onderste rij, met een kleine linker Control-toets geflankeerd door de Fn-knop, plus een op een rij samengedrukt blokje pijltjestoetsen. MSI heeft dat beter voor elkaar en biedt fullsize-pijltjestoetsen.

Net als bij de Pavilion Gaming 15 zijn de toetsen van de Aspire 7 A715 wit verlicht, al is het bij Acer niet mogelijk om een variant te kiezen met lampjes in een andere kleur. Per toets of per zone instelbaar zijn de lampjes ook hier niet, al hadden we dat gezien het 'zakelijke' uiterlijk van de Aspire 7 A715 ook niet direct verwacht. Net als bij de MSI GF63 biedt het toetsenbord relatief weinig travel in vergelijking met andere notebooks van dit formaat. De feedback is daarbij een stukje slapper dan bij het toetsenbord van de GF63, wat in combinatie met de weinige travel minder prettig aanvoelt, omdat je telkens sneller de bottom-out bereikt. Fijn is wel de mooie gedempte klank van het toetsenbord - de Aspire 7 A715 maakt in het heetst van de strijd duidelijk minder lawaai dan de andere twee laptops, wat dat betreft. Bovendien voelt de bottom-out lekker direct aan, doordat het toetsenbord weinig meeveert in het midden door de stevige constructie.

De touchpad van de Aspire 7 A715 meet 79 x 108 mm en is daarmee lekker groot. Het oppervlak is net wat minder glad dan bij de MSI GF63, maar nog steeds ruim voldoende om er prettig mee te kunnen werken. Het gaat net als bij de concurrentie om een Precision Touchpad, waarvoor Microsoft de drivers heeft geregeld. Zoals bij de laptops van MSI en HP beschikt het touchpad over ingebouwde muisknoppen onder het aanraakgevoelige oppervlak; bij Acer zit het touchpad het best vast op de onderliggende knoppen en bovendien is de klik van de muisknoppen het meest direct, waarmee het touchpad het best aanvoelt in gebruik. In tegenstelling tot de andere twee laptops beschikt de Aspire 7 A715 over een ingebouwde vingerafdrukscanner, die Acer rechts onder het toetsenbord in de palmsteun heeft verwerkt. Dat zien we zelfs bij veel dure gaming laptops nog niet terug, al is het op meer zakelijk gefocuste apparaten inmiddels een gangbare voorziening, zeker in dit segment (waarin we overigens ook weleens gezichtsherkenning aantreffen). De scanner meet 6,6 x 14 mm en werkt in praktijk probleemloos.

Software

De Acer Aspire 7 A715 is niet alleen een gaming laptop, dus speciale gaming software als het HP Omen Command Center of MSI's Dragon Center vinden we op dit apparaat (bijna) niet terug. Er is wel een 'Network Optimizer' aanwezig die je extra prioriteit laat toekennen aan bepaalde toepassingen voor wat betreft netwerkverkeer, wat voor gaming-doeleinden van pas zou kunnen komen.

Helaas tref je op de Acer Aspire 7 A715 bij de eerste start wel de nodige bloatware aan, meer nog dan bij de concurrentie van MSI en Acer. Naast de voor Windows 10 gebruikelijke snelkoppelingen voor het Microsoft Office-pakket (dat wel nog eventjes moet worden gekocht) bevat het startscherm tegels met reclame voor Booking, Ebay, Netflix en Evernote. 'Acer Jumpstart' voorziet je van regelmatige reclamemeldingen in het Windows Actiecentrum, terwijl de fabrikant ook een proefversie heeft geïnstalleerd van virusscanner Norton. Na het aflopen van de korte probeerperiode probeert die je telkens tot aanschaf van een abonnement te verleiden.

Aansluitingen

De linkerkant van de Aspire 7 A715 bevat zoals bij de concurrentie de meeste aansluitingen: van achter naar voren gigabit ethernet, een hdmi 2.0-poort (dus geschikt om 4K-schermen van 60 beelden per seconde te voorzien), een usb 3.0-type C poort (helaas zonder Alternate Modes, dus enkel usb) en twee 'standaard' usb 3.0 type-A poorten.

Rechts treffen we op de Aspire 7 A715 een aansluiting waarvan we hadden gehoopt dat hij intussen tot het verleden zou behoren, zeker op een laptop van 1299 of 1349 euro: een usb 2.0-aansluiting (type-A). Met zijn locatie rechts aan de voorkant heeft Acer 'm wellicht bedacht op het aansluiten van een externe muis, iets waar de achterhaalde poort zich ondanks zijn lage doorvoersnelheid prima voor zal lenen. Veel andere notebooks met dit prijskaartje hebben echter alleen maar snelle usb 3.0-poorten aan boord, dus het is ons niet helemaal duidelijk waarom dat voor dit apparaat van Acer niet ook geldt. Naast de usb-poort zit op de rechterkant nog de propriëtaire voedingsaansluiting plus een 3.5 mm-combojack. Een aparte microfoonaansluiting, die je nodig hebt voor bepaalde gaming headsets, ontbreekt dus. Een deel van de rechterkant wordt verder ingenomen door een ventilatierooster waardoor de Aspire 7 A715 zijn warme lucht kan kwijtraken. Dat is wel de minst fijne locatie voor een dergelijke voorziening. Wanneer je een losse muis gebruikt met dit apparaat - en gezien het gebruiksdoel gaan we daarvan uit - is de kans het grootst dat je hem aan de rechterkant neerlegt. Zeker wanneer je de machine flink belast, blaast een continue warme luchtstroom over je hand en dat wordt al snel vervelend.

De adapter van de Aspire 7 A715 - een zwart, rechthoekig blok met een vast bevestigd snoer naar de laptop - levert maximaal 135 W. De afmetingen bedragen 13,6 x 6,9 x 2,5 cm.

Uitbreiden

De aanwezigheid van meerdere uitbreidingssloten voor de opslag is één van de features die Acer heeft uitgelicht op de sticker op de behuizing, die aspirant-kopers moet verleiden tot een aanschaf. Inderdaad biedt de machine nog één extra m.2-slot naast het al gevulde exemplaar en de 2.5 inch-drivebay, zodat je een totaal van drie opslagapparaten in de laptop kwijt kunt - eentje meer dan bij de concurrentie. Net als bij de laptops van HP en MSI kun je bovendien de twee ddr4-sodimms en de netwerkadapter nog vervangen.

In het kort

De Acer Aspire 7 A715 is een luxe vormgegeven multimedianotebook die in het binnenste ook een relatief krachtige videokaart verbergt. Helemaal 2019 is de vormgeving niet, maar met rondom luxe metaal, een fijn scharnier en een handige vingerafdrukscanner is er nog altijd weinig te klagen - al is de plaatsing van de ventilatieopening aan de rechter zijkant een minpunt. Alle leuke extra's tellen wel door in de prijs: de Aspire 7 A715 kost zeker 1299 euro, in de uitvoering met meer opslag zelfs 1349 euro. Daar koop je al beduidend snellere modellen voor, zeker gezien Acer de afstelling van de processor wat ongelukkig heeft gekozen. Bovendien heeft dit apparaat last van dezelfde nadelen als de concurrentie in dit artikel: een tegenvallend beeldscherm en een matige accuduur.

Accuduur weinig indrukwekkend (maar wel beter dan de concurrentie van HP en MSI, door de grotere accu)

Scherm met tegenvallende kleurdekking en ietwat beperkte maximale helderheid (net als de concurrentie in dit artikel)

Prijzig - voor dit bedrag heb je al een apparaat met fors snellere GTX 1660 Ti

Systeemprestaties vallen tegen door slechte afstelling processor...

3d-prestaties zijn dikwijls net iets beter dan de twee andere modellen in deze test

Luxe uitstraling door grotendeels metalen behuizing; afwerking behuizing (behoudens onderkant) beter dan concurrentie

Beeldscherm

Voor wat betreft de specificaties van het beeldscherm zijn alle drie de fabrikanten eensgezind: je vindt een mat ips-paneel met een diagonaal van 15,6 inch en een resolutie van 1920 x 1080 pixels. Waar HP en Acer hebben gewinkeld bij paneelfabrikant AU Optronics, tref je in de notebook van MSI een paneel van LG Display aan. Opvallend aan het scherm van HP is de lagere 6-bit kleurdiepte, waar de andere twee schermen de gebruikelijke 8-bit aan kleurinformatie tonen. Dat valt in de meeste situaties overigens niet storend op, al is bij het bekijken van testpatronen wel te zien dat de gradatie op het scherm van de Pavilion Gaming 15 minder vloeiend is, dan bij de andere twee schermen.

Geen enkele van de drie schermen ondersteunt een hogere refreshrate dan de standaard 60 Hz, terwijl ook adaptive sync ontbreekt. Luxere gaming laptops zijn over het algemeen uitgerust met een paneel dat 120 of zelfs 144 beelden per seconde kan vertonen. Je kunt je echter afvragen of het zo erg is, dat dit drietal niet over deze feature beschikt: de GTX 1650 is niet de meest krachtige videokaart en komt in de meeste moderne spellen überhaupt niet tot zo'n hoge framerates, tenzij je de instellingen erg ver terugschroeft. Bovendien hebben goedkopere panelen met een hoge refreshrate nogal eens last van zeer trage responstijden, waardoor je aan de hoge refreshrate in praktijk weinig hebt. Voor de pixel eindelijk de juiste kleur heeft, ben je zo weer drie beeldjes verder.

Testresultaten helderheid, kleuren en contrast

We hebben het scherm van de drie laptops zoals gebruikelijk nagemeten middels een X-Rite i1 Display Pro colorimeter in combinatie met de SpectraCal CALman 2018 analysesoftware. Dat hebben we gedaan in de standaardmodus waarin het scherm staat ingesteld. In onderstaande grafieken herken je de MSI GF63 aan een rode kleur, de HP Pavilion Gaming 15 aan een gele balk, en de Acer Aspire 7 A715 aan een paarse balk. We vergelijken het drietal met andere geteste betaalbare laptops gericht op gaming. Op enkele uitzonderingen na bevatten die de combinatie van een i7-8750H of i7-9750H-processor plus een Nvidia-videokaart uit de GTX 1060, 1650, 1660 Ti of 2060-series. De beide Lenovo Ideapad S540-modellen hebben een zuinigere Core i5-8265U of Core i7-8565U 'Whiskey Lake'-processor, die minder performant is, maar de laptops ook een stuk goedkoper maakt, terwijl je wel kunt beschikken over een GTX 1650 Max Q-videokaart. De Asus FX505DU-AL085T is een ander buitenbeentje: die is voorzien van een AMD Ryzen-processor, blijkbaar betaalbaar genoeg om voor ongeveer hetzelfde bedrag als dit drietal al een GTX 1660 Ti te kunnen inbouwen.

Qua maximale helderheid springen de drie schermen in deze bespreking er niet bepaald uit. Met scores tussen de 256 en 266 cd/m2 kunnen de schermen voldoende helder worden afgesteld om binnen in de meeste situaties prettig afleesbaar te zijn, maar ook niet meer dan dat. Voor buitengebruik wil je liever een wat hogere helderheid hebben. Ook in dit segment gaan de nodige laptops al richting de 300 nits aan piekhelderheid, terwijl luxe laptops over het algemeen zijn uitgerust met een nog beduidend helderder scherm.

Op het vlak van zwartweergave is het de HP Pavilion Gaming 15 die overduidelijk de beste zaken doet. Voor een ips-paneel is de resulterende contrastwaarde van 1448:1 uitstekend te noemen. De Acer Aspire 7 A715 zet een score neer van 1114:1 en dat is evengoed prima, terwijl de MSI GF63 net wat achterblijft met een contrastwaarde van afgerond 951:1.

Kijken we naar de kleurafwijking van de drie schermen, dan wordt duidelijk dat geen van de drie deelnemers aan deze test is uitgerust met een geweldig paneel. De Pavilion Gaming 15 noteert een gemiddelde kleurafwijking (deltaE2000) van 8,3, de MSI GF63 volgt met 8,4 en de Aspire 7 A715 sluit aan met 8,5. Dat is een afwijking ver voorbij de grens van 5, waarboven je de kleurfout duidelijk kunt zien. De voornaamste oorzaak van de hoge kleurafwijking is het gebrek aan kleurverzadiging. Geen van de drie schermen weet meer dan 66 procent van het min of meer gangbare sRGB-gamut af te dekken. Daarmee worden vooral verzadigde kleuren veel fletser vertoond dan de bedoeling is, iets wat in de praktijk duidelijk merkbaar is als je een scherm met een bredere kleurdekking gewend bent. Zoals blijkt uit de grafiek zijn er de nodige apparaten voor dit bedrag die het wél goed doen op dit vlak - die laten een beduidend kleinere afwijking zien.

Op het vlak van de grijskalibratie hebben Acer en HP tenminste hun best gedaan er nog het beste van te maken. Het resultaat van de MSI GF63 valt tegen: ook de gemiddelde grijsafwijking overschrijdt de grens van 5 die we hanteren als goed. Die valt terug te voeren op de veel te blauwe afstelling van het paneel; de kleurtemperatuur van wit komt uit op 7700 K, ver van de gewenste 6500 K. De Aspire 7 A715 en Pavilion Gaming 15 leveren gemiddelde grijsafwijkingen van respectievelijk 4,4 en 4,5. De laptop van HP biedt daarbij een nauwkeuriger kleurbalans - de kleurtemperatuur van wit komt uit 6671 K - maar een duidelijk te hoge gammawaarde van gemiddeld 2,47, waardoor grijstinten te donker ogen. Bij de Aspire 7 A715 zit er wel wat teveel blauw in de mix - het witpunt komt op 7310 K - maar is de gemiddelde gammawaarde van 2,39 beter in de richting.

Onder de streep is het teleurstellend dat geen van de drie fabrikanten een bijster goed scherm heeft ingebouwd. Voor een apparaat dat voor de minste euro's de meeste hardware poogt te bieden kunnen we er wel inkomen dat op het schermpaneel wordt bespaard, maar alle laptops uit dit trio zijn enkele honderden euro's duurder dan de goedkoopste apparaten met deze specificaties. De vergelijking met de eerder geteste Lenovo Ideapad L340-15IRH en de in de inleiding genoemde Ideapad S540-15IRH valt op dit onderdeel zodoende niet bepaald gunstig uit. Hoewel de van dezelfde combinatie van cpu en gpu voorziene L340-15IRH ook een beperkt kleurbereik laat zien, is de grijskalibratie veel beter - en dat voor tweehonderd tot driehonderd euro minder. De nog goedkopere Ideapad S540-15IWL is voorzien van een scherm met prima sRGB-dekking en daarmee een beduidend betere kleurweergave, al blijft de grijsafwijking op één van de twee testmodellen net wat achter.

Systeemprestaties

Alle drie de laptops in dit artikel bevatten dezelfde processor: de Intel Core i7-9750H. Ten opzichte van de hedendaagse Whiskey Lake-U-cpu's biedt deze chip twee extra rekenkernen voor een totaal van zes. Door middel van Hyperthreading kan de cpu aan twaalf threads tegelijk werken. De Coffee Lake-H-cpu is gebaseerd op precies dezelfde architectuur als de voorganger, de Core i7-8750H die we ook nog steeds in veel laptops terugvinden. De 9000-series cpu's in de H-serie beschikken vooral over wat hogere kloksnelheden dan de 8000-serie, waarmee de snelheidsverbeteringen beperkt beloven te zijn. Beschikt de i7-8750H over een basisklokfrequentie van 2.2 GHz met een boost naar 4.1 GHz, de i7-9750H trekt door naar 4.5 GHz met een basis van 2.5 GHz. Tevens heeft de nieuwere chip 12 MB cachegeheugen in plaats van de 9 MB die we bij de i7-8750H vinden.

Een belangrijke opmerking is dat ook de 'normaal' te behalen kloksnelheden van de cpu zeer afhankelijk zijn van de instellingen voor het energiebeheer die de fabrikant heeft gekozen. Daardoor hoeft dezelfde processor niet in ieder systeem ook hetzelfde te presteren en kan een Core i5-processor in de ene laptop het in praktijk zelfs beter doen dan een i7-model in een ander apparaat. Zowel MSI als HP hebben de Power Limits op hun maximale waarden ingesteld: bij kortstondige belasting mag de cpu 90 W verstoken (PL2), op de lange duur wordt teruggeschakeld naar een verbruik van 45 W (PL1). Acer heeft een conservatiever stroomprofiel gekozen: tijdens bursttaken mag het verbruik maximaal tot 56,25 W stijgen, waarbij op de lange duur weer 45 W mag worden verbruikt.

Ook de koeling speelt uiteraard een rol wanneer de processor maximaal moet worden belast. De i7-9750H in de MSI GF63 mag in principe wel 90 W verstoken, maar kwam in onze praktijktest tot een maximum van zo'n 78 W omdat de chip bij nog meer stroomverbruik zo warm dreigt te worden, dat thermal throttling optreedt. Het koelsysteem van de HP Pavilion 15 is potenter en weet de processor tot een piek van 88 W adequaat te koelen. Acer heeft sowieso een veel lager stroomverbruik gekozen, waarmee de koeling geen moeite heeft. Op de langdurige stroomlimiet van 45 W zijn alledrie de koelsystemen goed berekend, al wordt de processor in de GF63 gemiddeld wat warmer.

Testresultaten: Systeemprestaties

Tijd voor een reeks benchmarks om je de prestatieverschillen in de praktijk te laten zien. In onderstaande grafieken herken je de MSI GF63 aan een rode kleur, de HP Pavilion Gaming 15 aan een gele balk, en de Acer Aspire 7 A715 aan een paarse balk. We vergelijken het drietal met andere geteste betaalbare laptops gericht op gaming. Op enkele uitzonderingen na bevatten die de combinatie van een i7-8750H of i7-9750H-processor plus een Nvidia-videokaart uit de GTX 1060, 1650, 1660 Ti of 2060-series. De beide Lenovo Ideapad S540-modellen hebben een zuinigere Core i5-8265U of Core i7-8565U 'Whiskey Lake'-processor, die minder performant is, maar de laptops ook een stuk goedkoper maakt, terwijl je wel kunt beschikken over een GTX 1650 Max Q-videokaart. De Asus FX505DU-AL085T is een ander buitenbeentje: die is voorzien van een AMD Ryzen 7 3750H-processor, blijkbaar betaalbaar genoeg om voor ongeveer hetzelfde bedrag als dit drietal al een GTX 1660 Ti te kunnen inbouwen.

De synthetische benchmark Cinebench R15 geeft een indruk van de ruwe prestaties van een cpu. Belasten we één rekenkern, dan is het verrassend de MSI GF63 die er nipt met de overwinning vandoor gaat, terwijl de HP Pavilion Gaming 15 en Acer Aspire 7 A715 een net iets lagere score noteren. In deze test kan de Core i7-8565U in de Lenovo Ideapad S540-15IWL, gebonden aan een veel lagere stroomlimiet van maximaal 40 W, toch nog goede zaken doen. De architectuur is immers gelijk, terwijl deze processor wel een 100 MHz hogere maximale kloksnelheid op één kern haalt.

In de multicore-test laten de Coffee Lake H-cpu's wel zien wie er de baas is, geholpen door het anderhalf keer zo hoge aantal rekenkernen. De Ideapad S540-15IWL behaalt een respectabele score van bijna 700 punten, maar de HP Pavilion Gaming 15 en de MSI GF63 komen beide boven de 1100 punten uit. Zoals verwacht doet de Acer Aspire 7 A715 het wat minder goed, met een score van 1034 punten - bijna 10 procent minder dan de machine van HP. De enige laptop op basis van de i7-9750H die het nog iets slechter doet, is de Lenovo Ideapad L340-15IRH. Die kost ook bijna een kwart minder dan het model van Acer - de prestaties in deze synthetische benchmark liggen ondertussen vier procent lager.

Bij het uitvoeren van de PCMark 8 v2 benchmarks, die een meer realistische praktijksituatie simuleren, zien we alle drie de laptops zoals te verwachten hoog in de grafieken eindigen. De MSI GF63 en de HP Pavilion Gaming doen het in twee van de drie tests het best, gevolgd door de Acer Aspire 7 A715.

Testresultaten: Prestaties ssd

Voor alle drie de laptops hebben we de snelheid van de voorgemonteerde ssd doorgemeten middels de PCMark 8.0 Storage 2.0-benchmark. Bij de HP Pavilion Gaming 15 is de 512 GB ssd, een nvme-exemplaar van Toshiba, ook meteen het enige aanwezige opslagapparaat. De andere twee laptops hebben een combinatie van een 256 GB nvme-ssd (in beide gevallen van Kingston) plus een 1 TB harde schijf van Western Digital. Zodoende is er op de Pavilion Gaming 15 direct uit de doos 442 GB vrije ruimte beschikbaar, terwijl je bij de Aspire 7 A715 en de MSI GF63 respectievelijk 1132 en 1125 GB kunt volmaken. Houd er rekening mee dat het luxere model van de Aspire 7 A715 een nog grotere ssd schuilgaat, waarmee nog meer vrije ruimte beschikbaar zal zijn. Niet iedereen zal zoveel extra ruimte nodig hebben; aan de andere kant wil je spellen en software liefst op de ssd installeren en met de installatiegroottes van huidige games is het maar wat fijn om een groter exemplaar in je laptop te hebben.

Blijkens de testresultaten heeft de Acer Aspire 7 A715 (in de door ons geteste 256 GB-variant) duidelijk de snelste ssd, terwijl de Pavilion Gaming 15 en de MSI GF63 een vrijwel gelijke score neerzetten - ietwat teleurstellend, gezien de meeste andere apparaten waarmee we ze vergelijken zijn voorzien van een sneller opslagapparaat.

Testresultaten: Wifi-prestaties

Voor wat betreft de draadloze netwerkoplossing hebben alle drie de fabrikanten het zekere voor het onzekere genomen en de welbekende Intel Wireless-AC 9560 gemonteerd. Deze dual-band dual-stream 802.11ac adapter is op papier goed is voor een maximale doorvoersnelheid van liefst 1,73 Gbps. We vinden hem dan ook vaker terug in laptops uit het hogere segment. De bedrade netwerkvoorziening, waarover alle drie de laptops beschikken, is steevast afkomstig van Realtek.

We testten de draadloze netwerksnelheid van de drie laptops in de ideale omgeving van onze kooi van Faraday, waar externe verstoringen geen invloed kunnen uitoefenen. Met dank aan de luxe en snelle netwerkadapter worden op de 5 GHz-band uitstekende resultaten genoteerd, al blijft de Acer Aspire 7 A715 dan net iets achter. Op 2.4 GHz is het juist de MSI GF63 die het minder goed doet. Onder de streep is de HP Pavilion Gaming 15 dus over het geheel genomen het snelst, al zet deze laptop in geen enkel geval de hoogste doorvoersnelheden neer.

Gaming prestaties

Goede systeemprestaties en snelle Wifi zijn leuk en aardig, maar bij gaming laptops draait het toch vooral om één ding: de snelst mogelijke spelprestaties. Daartoe kunnen zowel de Acer Aspire 7 A715 als de HP Pavilion Gaming 15 en de MSI GF63 vertrouwen op de aparte Nvidia-gpu. Deze GTX 1650 is de laagst gepositioneerde GTX-kaart met de relatief nieuwe 'Turing'-gpu - al belooft ook de 'instap-Turing' nog beduidend sneller te zijn dan de oude GTX 1050 (Ti), laat staan de Geforce MX150 of MX250 die we vaker tegenkomen op luxe ultrabooks. Hart van de GTX 1650 vormt de TU117-gpu, die 1024 rekeneenheden of cuda cores telt, waar de desktopvariant van de GTX 1650 er maar 896 heeft. Voorts is 4 GB eigen gddr5-geheugen aanwezig. Niet aanwezig zijn de speciale rekenkernen voor raytracing en deep learning, die wel onderdeel zijn van de Turing-kaarten in de RTX 20xx-serie. Ook DXR raytracing via de normale cuda cores kan met deze kaart niet worden gebruikt (een mogelijkheid die Nvidia wel heeft toegevoegd aan de GTX 1060 6 GB en hoger, alsmede de GTX 1660 Ti).

Zoals eerder aan de orde kwam, hebben de HP Pavilion Gaming 15 en de Acer Aspire 7 A715 de 'normale' mobiele GTX 1650 aan boord, terwijl de MSI GF63 is voorzien van de zogenoemde Max-Q versie. Die heeft een zuiniger afstelling meegekregen, waardoor hij 30 procent minder verbruikt dan de 'normale' GTX 1650. Dat wordt bereikt doordat de basiskloksnelheid zo'n 20 procent lager ligt dan de 'normale' kaart, terwijl de boostklokfrequentie met 27 procent afneemt. De geheugenkloksnelheden nemen niet af.

Zoals blijkt uit de synthetische benchmark 3DMark Fire Strike leiden de lagere kloksnelheden niet tot een evenredige afname in prestaties. Niettemin zijn de Acer Aspire 7 A715 en de HP Pavilion Gaming 15 in deze test respectievelijk 10 en 13 procent sneller dan het Max-Q-model van MSI.

Ook in de praktijk blijft de MSI GF63 ongeveer tien procent achter op de concurrenten met de standaard GTX 1650 aan boord. In sommige gevallen loopt het verschil met de Acer Aspire 7 A715 zelfs op tot 25 procent. Sowieso doet de laptop van Acer het in de 3D-tests opvallend goed, waar de machine in benchmarks van de systeemprestaties niet wist te overtuigen. Mogelijk leidt de iets conservatiever afgestelde processor ertoe, dat de videokaart minder snel hoeft in te houden omdat het systeem te warm wordt. HP's Pavilion Gaming 15 scoort in de meeste gevallen tussen de beide concurrenten in - vaak gaan de scores meer richting die van de Acer Aspire 7 A715, gezien de videokaart in principe even snel geklokt is.

De GTX 1650 blijkt gelet op de scores van de Acer Aspire 7 A715, HP Pavilion Gaming 15 en de MSI GF63 opnieuw een kaart waarmee je prima een spelletje kunt doen in 1080p-resolutie, zo lang je niet al te hoge instellingen of framerates verwacht. Op Medium-instellingen noteren de eerste twee laptops in alle drie de spellen van onze testsuite een gemiddelde framerate comfortabel boven de 60 fps, terwijl de GF63 iets lager scoort, maar alsnog boven de 60 fps gemiddeld blijft. Schroeven we de settings op, dan kom je gemiddeld uit rond de 50 fps - te laag om de refreshrate van het scherm bij te benen. Door het ontbreken van adaptive sync op beide laptopschermen zouden we je dan aanraden de framerate vast te zetten op 30 fps, om storende tearing te voorkomen. Er lijkt in ieder geval voldoende marge aanwezig, om het beeld dan in de meeste gevallen vloeiend te houden.

Voor gamen in 4K-resolutie blijkt de GTX 1650 andermaal weer te licht. Ook op Medium-instellingen worden gemiddelden tussen 20 en 35 fps genoteerd - eigenlijk te laag voor een vloeiende weergave. Nu beschikt het ingebouwde beeldscherm van de drie laptops natuurlijk überhaupt niet over zoveel pixels; op een externe monitor wil je mogelijk wel meer dan gamen in 1080p. Dan is het toch raadzaam een zwaardere machine aan te schaffen.

Kijkend naar het bredere testveld wordt duidelijk dat de 'normale' GTX 1650 in staat is om de oude GTX 1060 qua prestaties dicht te benaderen. Dat is een kaart die we nog niet zo lang geleden terugvonden in gaminglaptops van boven de vijftienhonderd euro. Zodoende zou je de drie in dit artikel kunnen beschouwen als een goede deal. Aan de andere kant kun je voor minder dan vijftienhonderd euro tegenwoordig ook laptops aanschaffen met een GTX 1660 Ti. Sterker nog: voor ongeveer hetzelfde bedrag als de Acer Aspire 7 A715, MSI GF63 en HP Pavilion Gaming 15 kom je de eerste modellen al tegen. Daarvan hebben we er nog weinig getest; in bovenstaand overzicht zit er slechts één, de Asus FX505DU-AL085T, zoals gezegd echter voorzien van een Ryzen 7 3750H-processor. Dat maakt de vergelijking met deze drie laptops niet helemaal eerlijk, want zoals aan de orde kwam in de review van onze collega's van Tweakers, is de Ryzen-cpu eigenlijk te licht voor deze videokaart. Je ziet het ook aan de scores in bovenstaande grafiekenreeks, waarbij de Asus FX505DU-AL085T soms vreemd laag en dan weer erg hoog eindigt.

Ondervindt het apparaat geen last van zijn trage cpu, dan wordt wel duidelijk dat de GTX 1660 Ti een pak sneller is dan de 'instap-Turingkaart' in het drietal in deze bespreking. In Rise of the Tomb Raider met 1080p-resolutie en Ultra-instellingen ligt de framerate zelfs 67 procent hoger dan de Acer Aspire 7 A715. De Asus RoG Strix Scar II-GL504GV, de goedkoopste geteste laptop met RTX 2060, is nog ietsje sneller dan de FX505DU-AL085T, maar niet altijd heel veel, waarbij de meeste machines met deze videokaart nog een stuk duurder zijn. Een laptop met GTX 1660 Ti lijkt daarmee een betere keus voor de prijsbewuste gamer. Op 1080p kun je de settings opendraaien zonder dat de framerate ver inzakt, terwijl WQHD en 4K-resoluties binnen handbereik komen, zij het met de nodige compromissen op instellingen en framerates. Met de Acer Aspire 7 A715, HP Pavilion Gaming 15 en de MSI GF63 hoef je dat eigenlijk niet te proberen.

Vergelijken we de drie laptops in deze bespreking met de goedkopere Lenovo Ideapad S540-15IWL en Ideapad L340-15IRH, dan blijken de Acer Aspire 7 A715 en de HP Pavilion Gaming meestal sneller. De eerste is immers gebaseerd op een GTX 1650 Max-Q-videokaart (en een tragere Whiskey Lake-U-processor), terwijl de tweede is voorzien van dezelfde componenten als de machines van Acer en HP, maar traag single-channel werkgeheugen. Heel erg groot is het verschil echter niet: maximaal zo'n 15 procent, vaker een procent of 10. De MSI GF63 heeft het lastiger: die weet de goedkopere Ideapad L340-15IRH vaak niet te verslaan, en blijft de beide Ideapad S540-laptops niet al te ver voor - in Rise of the Tomb Raider noteert het apparaat zelfs tweemaal een lagere framerate.

Accuduur en koeling

Gaming laptops staan er niet om bekend dat ze zeer lang meegaan op de accu. Krachtige componenten vereisen niet alleen behoorlijk veel energie: ze nemen ook meer plaats in, zeker omdat er ook nog een stevig koelsysteem bij moet worden ingebouwd. Op voorhand zijn onze verwachtingen voor dit drietal dus niet al te hoog. De HP Pavilion Gaming 15 beschikt over nipt de kleinste accu met 48,4 Wh aan capaciteit, gevolgd door de MSI GF63 met een 49,3 Wh-accu. De Acer Aspire 7 A715 heeft met 60,3 Wh een significant grotere accu.

De forsere accu lijkt de laptop van Acer geen grote voordelen op te leveren in onze eerste accutest - de Browser accutest die licht gebruik simuleert bij een vaste schermhelderheid van 180 cd/m². Na vierenhalf uur is de Aspire 7 A715 klaar, terwijl de MSI GF63 op twee minuten na vijf uur mee gaat. De HP Pavilion Gaming 15 doet het slechter: die laptop zet een looptijd van 4 uur en 9 minuten neer. Zelfs in dit segment van gaming laptops zijn de looptijden ietwat ondergemiddeld, al scoren de meeste laptops met deze combinatie van hardware niet zo heel goed. Opvallend is dat de Lenovo L340-15IRH het wél een stuk beter doet: pas na 7 uur en 59 minuten geeft dat apparaat het op. Lenovo lijkt de instelling van de processor daarmee een stuk beter voor elkaar te hebben dan HP, MSI en vooral Acer, die in idle nogal veel stroom verstookt (ondanks het lagere piekverbruik waarvoor Acer heeft gekozen). Uitschieters in de onderstaande grafiek worden gevormd door beide Lenovo S540-machines - die hebben niet alleen de energiezuinige Whiskey Lake-U processor, maar ook een erg grote accu, wat leidt tot looptijden van meer dan twaalf uur voor de Core i5-versie - precies driemaal zo lang als de HP Pavilion Gaming 15 en ongeveer tweeënhalf keer zo lang als de MSI GF63.

In de PCMark Creative-accutest, waarmee we zwaar gebruik simuleren, doet de Acer Aspire 7 A715 het nu wel een stuk beter. Met een looptijd van 3 uur en 8 minuten doet het apparaat het beter dan alle andere systemen met deze specificaties. De enige laptops die het nog beter doen, beschikken over een Whiskey Lake-U of Kaby Lake-R cpu uit de energiezuiniger series van Intel. Kijkend naar de benchmarkresultaten wordt echter wel duidelijk dat de Aspire 7 A715 op de accu behoorlijk ver terugschakelt ten opzichte van de score aan de adapter. De andere twee laptops doen dat minder, wat ook weer gevolgen heeft voor de looptijd. De HP Pavilion Gaming 15 doet het met 2 uur en drie kwartier al matig, de MSI GF63 zet met 2 uur en 19 minuten een looptijd neer die wel erg kort is.

Koeling

Zoals te zien op de foto's van het binnenwerk van de drie laptops, hebben Acer en HP gekozen voor een koelsysteem met twee ventilatoren, wat voor gaming laptops anno 2019 min of meer gebruikelijk is. MSI heeft daarentegen maar één fan geplaatst, al telt het binnenwerk dan wel weer een extra koperen heatpipe voor de gpu, onafhankelijk van het tweetal heatpipes dat de hitte van de processor moet afvoeren. Bij Acer lopen de twee heatpipes van de processor eerst via de videochip, om vervolgens pas uit te komen bij de naast elkaar geplaatste ventilatoren. Dat is natuurlijk niet optimaal - misschien een reden waarom Acer ervoor heeft gekozen, het energieverbruik van de processor verder te limiteren dan de twee andere merken. Bij HP zitten de fans aan de zijkanten van de hitte producerende componenten met twee heatpipes die alle onderdelen met elkaar verbinden.

Zoals eerder is gebleken is de GTX 1650 een relatief zuinige videokaart. In combinatie met de zuiniger 'Max-Q'-videokaart maakt de MSI GF63 met zijn enkele fan juist prettig weinig lawaai. Het geluid klinkt ook wat laagfrequenter dan bij de concurrentie, dus het valt in de praktijk nog wat minder op. De Pavilion 15, met zijn grote 'uitlaten', is daarentegen het luidst. Net als bij de concurrentie reageren de fans vloeiend op de belasting - prettig, want bij sommige laptops springt de ventilator steeds hinderlijk aan en uit. De Acer Aspire 7 A715 vindt tot slot een middenweg tussen beide apparaten. Helaas had ons testmodel wel wat last van een tikkend geluidje wanneer de fan ging draaien - mogelijk een exemplarisch defect.

Conclusie

Een betaalbare gaming laptop maken is een lastige opgave. Als fabrikant val je vooral op door zo hoog mogelijke nummertjes - de snelste processor en videokaart, het meeste geheugen, de grootste ssd - tegen de laagste prijzen. Het gevaar is dat daarmee de kwaliteit van behuizing, scherm en werkomgeving naar de achtergrond verdwijnt. Tegelijk kosten die randzaken natuurlijk ook weer geld en wil je als fabrikant van alles de hoogste kwaliteit, dan dreigt het eindresultaat het budgetsegment te ontgroeien.

Een lastige balanceeract kortom, en onder de streep hebben we het gevoel dat de drie laptops helaas net tekortschieten om ze zonder meer te kunnen aanbevelen. Alle drie de laptops laten eigenlijk op dezelfde gebieden onvoldoende meerwaarde zien ten opzichte van goedkopere laptops met de combinatie GTX 1650/Core i7-9750H: het scherm en de accuduur. Om met het scherm te beginnen, hadden we gehoopt op panelen met een hogere helderheid en vollediger kleurdekking, waarbij ook de grijskalibratie geen hoofdprijs verdient - zeker bij MSI valt de kleurweergave tegen. Bovendien is de accuduur steevast aan de korte kant. Dat is voor een gaming laptop niet ongebruikelijk, maar opnieuw laten concurrenten zien, dat er wel degelijk laptops zijn die langer meegaan en toch niet minder presteren.

Laat gezegd zijn dat de drie laptops zeker niet in alle opzichten tegenvallen en elk ook hun eigen voor- en nadelen hebben, die ze voor sommigen toch de aanschaf waard kunnen maken. Om te beginnen met MSI: het grootste pluspunt aan de GF63 is de lekker dunne en lichte behuizing, die toch een voldoende luxe afwerking en stevigheid biedt. Bovendien zijn toetsenbord en touchpad fijn en is de prijs niet al te hoog - zij het wel tweehonderd euro meer dan de goedkoopste apparaten met GTX 1650 en i7-9750H. Helaas moest MSI in ruil voor de slanke vormgeving kiezen voor een Max-Q-videokaart met een lager prestatieniveau. HP heeft voor de Pavilion Gaming 15 niet hoeven uitwijken naar een geknepen kaart. Daarmee zijn de systeemprestaties over het algemeen het best, al is de Acer Aspire 7 A715 juist in spellen soms sneller. Helaas is de behuizing vrij log en zwaar, maar tegelijk minder stevig dan bij de concurrentie. Fijn is dan wel weer het uitgebreide aansluitingengamma, met een multifunctionele usb-c aansluiting en een kaartlezer. De Aspire 7 A715 is juist het meest luxe vormgegeven - een mooie metalen behuizing, fijn scharnier en een handige vingerafdrukscanner. Alle leuke extra's tellen wel door in de prijs: de Aspire 7 A715 kost zeker 1299 euro, in de uitvoering met meer opslag zelfs 1349 euro. Hoewel de 3D-prestaties nipt beter zijn dan de concurrentie in dit artikel, komt het apparaat zo in het vaarwater van laptops met een veel snellere videochip.

Vanuit zowel het hogere als het lagere segment staat dit trio sterk onder druk. Ben je enkel uit op goede 3D-prestaties, dan haal je met de eerder besproken Lenovo Ideapad S540-15IWL een veel sterkere deal in huis. Zeker, de processorprestaties zijn minder goed, het werkgeheugen en opslag minder groot en de gemonteerde GTX 1650-videokaart een Max-Q-exemplaar - net als bij de MSI GF63. De daling in prestaties staat echter in geen verhouding tot de maximaal veertig procent lagere aanschafprijs, ten opzichte van de duurste laptop in dit artikel. Bovendien zijn de Lenovo-laptops ook in andere opzichten nog eens veel luxer uitgevoerd: een beter scherm, snellere wifi en een veel langere accuduur.

Tot slot moet je je als aspirant-koper van een GTX 1650-laptop afvragen of de prestaties van de 'instap-Turingkaart' wel voldoende zijn voor je gaming-doeleinden. Het is fijn dat fabrikanten nu binnen het stroombudget van de oude GTX 1050 een model kunnen monteren dat veel sneller is - in sommige gevallen de oude GTX 1060 kan benaderen - en blijkens de prijsstelling van deze laptops ook niet veel meer kost. 3D-games stellen echter ook steeds hogere eisen en in recente spellen is de GTX 1650 in 1080p-resolutie met hoge settings goed voor gemiddeld zo'n 50 fps, terwijl 4K-gaming eigenlijk niet gaat. Ook de 4 GB videogeheugen zou nog weleens een bottleneck kunnen gaan vormen, nu steeds meer kaarten 6 GB of 8 GB geheugen bieden. Ten opzichte van de modale ultrabook is de GTX 1650-laptop zo een wereld van verschil - maar ten opzichte van apparaten met RTX-kaart eigenlijk ook. Voor de veeleisende gamer vallen laptops met deze videochip daarmee een beetje tussen wal en schip.