Een extra scherm voor je laptop

Het klinkt ideaal: een laptop van net een kilogram in je tas en overal aan de slag. Een kwestie van openklappen en je kunt werken of je met iets minder serieus bezighouden. Dat concept heeft echter een nadeel, want je moet het op je laptop stellen met maar één scherm: het ingebouwde scherm. Als je op kantoor een laptop met een dockingstation gebruikt, kun je daar natuurlijk gewoon twee monitors aan hangen, maar onderweg ben je veroordeeld tot slechts een enkel, bescheiden schermpje.

Gelukkig is daar tegenwoordig een prima oplossing voor: een extra scherm dat je via usb aansluit. Dat scheelt het meezeulen van een complete monitor en je hebt toch een volwaardig tweede scherm bij je. Toch zijn er nog niet zo heel veel fabrikanten die een dergelijk scherm in productie hebben. We hebben er drie gevonden en we hebben hun beeldschermen getest op beeldkwaliteit en in de praktijk.

Van de schermen met een full-hd-resolutie van 1920 bij 1080 pixels en een moderne aansluiting in de vorm van een usb-kabeltje dat zowel het videosignaal als de voeding aanvoert, hebben we een kleine selectie gemaakt. Van AOC zijn enkele modellen verkrijgbaar, waarvan we de I1601FWUX hebben gekozen, aangezien dat een model is met een usb-c-connector en een 15"-ips-scherm. Van Asus zijn diverse opties beschikbaar. Onze keus viel op de MB169AC, een 15"-scherm dat eveneens van een usb-c-connector is voorzien. Ten slotte valt ook HP's EliteDisplay S14 binnen deze criteria, zij het met een iets kleinere beeldschermdiagonaal van 14". De schermen kosten tussen de 180 euro voor dat van AOC en 280 euro voor het HP-scherm, waarbij je voor het Asus-model de middenweg van 255 euro bewandelt.

AOC I1601FWUX

De eerste monitor waar we naar kijken, is de goedkoopste van het trio: de I1601FWUX van AOC. Het scherm is voor een kleine 190 euro verkrijgbaar en biedt een beelddiagonaal van 15,6 inch. Om dat scherm heen zit een behuizing van aluminium, met aan de voorkant brede plastic randen van anderhalve centimeter aan de zijkanten, anderhalve centimeter aan de bovenkant en een rand van twee en een halve centimeter aan de onderkant. Linksonder prijkt het AOC-logo en aan de linkerzijkant zit de enige aansluiting die het scherm rijk is, namelijk een usb c-poort, met daarboven een powerbutton.

Het scherm van AOC is mat uitgevoerd, wat reflecties in lichte omgevingen reduceert. De maximale helderheid van het scherm is redelijk, met een door de fabrikant opgegeven waarde van 220cd/m², maar erg geschikt voor gebruik buiten in zonlicht is het scherm daarmee niet. Het ips-scherm heeft, alweer volgens de fabrikant, kijkhoeken van 160 graden. Toch kun je maar beter onder een kleine hoek naar het scherm kijken als je geen kleurverschuiving wil zien.

Een van de grote voordelen van een extra laptopscherm is de draagbaarheid en de AOC weegt dan ook slechts 806 gram. Als je de magnetische cover annex standaard meerekent, is dat 1066 gram.

In de praktijk is het scherm enerzijds bijzonder makkelijk in gebruik. Door simpelweg een usb-c-kabel in het scherm en je laptop te prikken, kun je de display als tweede scherm gebruiken. Dat vergt uiteraard wel een beetje moderne laptop, want als je geen usb-c-poort hebt, of een usb-c-poort met daarachter een reguliere usb 3.0- of 2.0-controller, werkt het niet. Dan moet je in de weer met verloopjes naar hdmi of displayport, en verliest het scherm een flink deel van zijn eenvoud en charme.

Een ander punt dat niet altijd even makkelijk in gebruik blijkt, is de magnetische cover, die tegelijk als standaard dient. Ten eerste beschermt de cover alleen het glazen scherm; de gevoelige achterkant van de display kan nog steeds makkelijk beschadigd raken in je laptopvak of -tas. Ten tweede let het gebruik van de cover als standaard nogal nauw. Je moet hem vrij positioneren en vouwen om het scherm rechtop te laten staan en als je er dan tegenaan stoot, stort het geheel redelijk makkelijk in. Op een bureau thuis of in een hotel zal het prima werken, maar in een trein of vliegtuig is het beduidend minder handig, nog los van de vraag of je daar voldoende plek voor een tweede scherm hebt uiteraard.

We hebben het scherm vooral gebruikt als tweede display voor kantoorwerk, toch het primaire doel ervan, maar je kunt er natuurlijk ook films of andere video op bekijken. Je zou zelfs kunnen gamen op je tweede scherm, maar wegens de usb-interface konden we helaas geen inputlags meten. De kleurweergave en kijkhoeken, zoals we straks zullen zien, bederven waarschijnlijk al eerder je plezier dan een beetje inputlag; dat speelt ook bij tragere games een grote rol.

Het gemak van een enkel usb-kabeltje ten slotte neemt niet weg dat je door dat ene kabeltje behoorlijk wordt beperkt. Je kunt het extra scherm alleen strak naast je laptop zetten als het kabeltje aan de buitenkant zit, anders maken de stekkers al snel ruzie.

Die eigenschap plaagt elk scherm met een usb-poort aan de zijkant, maar het AOC-scherm heeft nog een extra handicap, namelijk het menu. Je hebt enkel de powerknop, waarmee je met lange en korte drukken het menu in moet en door de opties moet wandelen. Dat is niet handig, maar aan de andere kant heb je het menu nauwelijks nodig. Het scherm is immers plug-and-play en eventuele aanpassingen als helderheid of contrast doe je in de praktijk zelden.

HP EliteDisplay S14

Van HP ontvingen we de EliteDisplay S14 en zoals de naam aangeeft, is dit een scherm met een diagonaal van 14 in plaats van 15,6". Daarmee is de S14 een stukje kleiner en handzamer dan met name het AOC-scherm. Het heeft echter wel gewoon een resolutie van 1920 bij 1080 pixels.

De S14 wordt eveneens geleverd met een magnetische cover, die met een dikke rand aan de onderkant vastzit en dienstdoet als standaard door de flap in een driehoek te vouwen. Dat levert een vrij stevige voet op, lang niet zo gammel als die van de AOC.

Ook het scherm is wat aantrekkelijker vormgegeven, met vrij smalle bezels van ongeveer negen millimeter boven en aan de zijkanten. De onderrand is breder en ongeveer 26mm hoog. In die onderrand heeft HP zijn moderne logo ondergebracht en verder is er niets aan het scherm te zien. Aan de linkerzijkant zit een powerbutton en aan de andere kant zit de usb-c-poort. Linksonder zitten ook vier knoppen om het menu op te roepen en te bedienen. Het menu is uitgebreid en enigzins te personaliseren, maar je hebt wel een tweede hand nodig om te voorkomen dat het scherm naar achteren valt als je het menu bedient.

Het ips-scherm met full hd is mat uitgevoerd. Het heeft volgens HP net als het AOC-scherm een maximale helderheid van 220cd/m² en kijkhoeken die iets groter zijn: 178 graden. Ook heeft het scherm geen 6bit-kleurdiepte, maar 10bit, wat het aantal kleuren dat kan worden weergegeven, vergroot van een kwart miljoen tot een miljard.

HP's scherm weegt, ondanks zijn geringe formaat, 950 gram zonder magneetcover, en 1218 gram met magneetcover. Zonder cover is het scherm 8,5mm dik en met cover is dat bijna 11 millimeter.

Asus ZenScreen MB16AC

Als je het ZenScreen oppakt, valt op hoe licht het is. Goedbeschouwd scheelt het met het AOC-scherm maar een gram of zeventig, nog geen tien procent dus, maar toch lijkt het veel lichter. Uiteraard is het dankzij de smalle bezels ook een stuk kleiner, hoewel het HP-scherm natuurlijk dankzij het 14"-paneel nog een stuk kleiner is. Het MB16AC-scherm heeft net als het AOC-scherm een 15,6"-paneel aan boord, met een resolutie van 1920 bij 1080 pixels.

Net als de overige schermen is dat van Asus een ips-paneel met een opgegeven helderheid van maximaal 220cd/m² en kijkhoeken van 178 graden. Daarmee is het scherm vergelijkbaar met dat van HP, maar anders dan de twee andere schermen heeft Asus voor een glimmende afwerking gekozen. Dat geeft onder felverlichte omstandigheden, zoals in de grote blauwe kamer, een mindere leesbaarheid. Zo kun je het scherm in zonlicht eigenlijk niet lezen, terwijl dat met een mat scherm iets beter gaat.

De bezels zijn de kleinste van de drie schermen, met het Asus-logo midden op de onderste rand en de naam ZenScreen klein in de linkerbovenhoek van het scherm. De knoppen zitten, anders dan bij de andere twee schermen, aan de voorkant, met rechts de powerbutton en links twee knoppen voor het menu. Naast de powerbutton zit een gat, waarover zo dadelijk meer. De usb-connector zit links en Asus levert naast de c-naar-c-kabel ook een adapter naar usb-a mee. Het scherm werkt dan door middel van een te installeren displaylink-driver.

Waarin Asus ook afwijkt, maar ten goede, is de cover voor het ZenScreen. Die is namelijk twee keer zo groot als de covers voor schermen van AOC en HP, en bedekt zowel de voor- als achterkant. Daarmee is het Asus-scherm een stuk beter beschermd in je tas. Het heeft wel tot gevolg dat je iets meer gewicht aan cover moet meezeulen, maar de combinatie is nog altijd lichter dan bij het kleinere HP-scherm.

Het opvouwen van de Asus-cover om als standaard te dienen, is de eerste paar keer wat lastig, want je moet een flap drie keer dubbelvouwen. Eenmaal in de juiste vorm is de cover echter te gebruiken om je scherm in twee standen in landscapemodus neer te zetten en ook in portraitmodus kan hij als standaard dienen. Heb je geen zin om de cover te gebruiken, dan kun je een pen door het gat in de onderste bezel steken. Asus levert een pennetje mee dat daar netjes inpast, maar je kunt ook je eigen schrijfgerei gebruiken, zolang dat niet dikker dan negen millimeter is.

Beeldkwaliteit gemeten

We hebben de schermen getest met onze CalMAN-software om de kleurreproductie en helderheid te meten. Bij beeldschermen meten we ook graag de inputlag, maar aangezien de Leo Bodnar-lagtester alleen met hdmi werkt, kregen we dat niet aan de praat. Het opgenomen vermogen van de schermen meten we met een meter die tussen de usb-poort en de usb-kabel wordt geprikt. Daarmee hebben we het opgenomen vermogen gemeten tijdens de weergave van zwart en wit beeld, om een idee te krijgen van het bereik van dat opgenomen vermogen.

Helderheid en contrast

We beginnen met de helderheid en het contrast. We meten de maximale zwartwaarde en de helderheid op een schaakbordpatroon, en we meten de minimale en maximale helderheid van wit. Daaruit berekenen we het contrast en uiteraard meten we ook de kleurtemperatuur. Van de helderheid geven we ook de minimale en maximale waarden van de witte vlakken op het schaakbord op. Daarmee heb je een indicatie van de variatie in helderheid van de schermen.

Het ZenScreen kan het felst én het donkerst, maar bedenk dat het scherm glanzend is, dus in fel licht heb je die extra helderheid ook hard nodig. HP's scherm blijft het donkerst en heeft ook een flinke variatie in helderheid. Het contrast van het AOC-scherm is vergeleken met de twee andere schermen behoorlijk droevig, maar de helderheid is naar verhouding redelijk.

Kleurweergave

We gaan verder met de kleurtemperatuur en kleurafwijking. We meten de kleurtemperatuur met het scherm in de standaardweergavemodus en met een helderheid van 150cd/m². Daarbij kijken we ook naar de dekkingsgraad van de kleurweergave vergeleken met de srgb-kleurruimte en we meten de afwijking van alle kleuren gemiddeld ten opzichte van de srgb-kleuren.

De Asus- en HP-schermen komen aardig in de buurt van de 6504K die we willen, terwijl het AOC-scherm daar behoorlijk boven zit en dus een beetje koeler is dan de rest. De kleurweergave van het ZenScreen zit het meest in de richting van de srgb-kleurruimte, maar geen van de schermen komt in de buurt van een compleet spectrum. Het EliteDisplay heeft de kleinste grijs- en kleurafwijkingen, met de AOC als minst natuurgetrouw scherm. Ter vergelijking: een goedkoop tn-paneel in een monitor van honderd euro presteert stukken beter dan deze schermen. We hebben de screenshots van de kleurweergave verzameld in de onderstaande gallery.

Opgenomen vermogen

We meten het opgenomen vermogen van de schermen met een usbc-vameter van Plugable: een usb-dongle die we tussen de kabel en het scherm prikken, zodat we de spanning en stroomsterkte kunnen uitlezen. Die vermenigvuldigen we met elkaar om tot het opgenomen vermogen te komen. We bekijken dat vermogen tijdens de 150cd/m²-tests met de weergave van wit en zwart beeld, en met wit en zwart beeld op maximale helderheid. Uiteraard controleren we ook even of het scherm netjes 0W verstookt als het uitstaat.

Op 150cd/m² is het AOC-scherm het minst zuinig en Asus vraagt het minst van je laptopaccu. Als je de helderheid omhoog schroeft, zijn de AOC- en HP-schermen zuiniger dan het ZenScreen, aangezien dat een tikkie helderder kan. Uitgeschakeld en in stand-by verspilt geen van de schermen energie.

Kijkhoeken

We kijken ook nog even naar de helderheid die overblijft als je de schermen onder een hoek van 45 graden bekijkt. Daarbij tekenen we de procentuele helderheid op die je kunt zien. We doen dat uiteraard voor de kijkhoeken links en rechts, die hetzelfde zouden moeten zijn, en voor de kijkhoeken boven en onder.

Bij het Asus-scherm bijft van opzij gezien het meeste licht over, maar erg veel is het niet. De kijkhoeken van de HP en AOC zijn niet helemaal symmetrisch, maar dat kunnen we ook aan een meetfout of afwijking toeschrijven. Als je het scherm van boven bekijkt, presteert het HP-scherm net iets beter dan de rest, en van onder is het AOC-scherm opnieuw de minste van het stel.

In de praktijk

Cijfers vertellen uiteraard niet alles, want hoe bevalt zo'n extra scherm eigenlijk in de praktijk, bij normaal gebruik? Om dat te testen heb ik de drie schermen op mijn thuiswerkdag gebruikt, waarbij ik normaal gesproken achter enkel mijn laptopscherm zit. Dit keer kon ik, net als op de redactie, een tweede scherm gebruiken door simpelweg een usb-kabeltje in de laptop te prikken en de AOC, Asus of HP naast de laptop op te stellen.

We beginnen weer met het AOC-scherm. Het positieve daaraan is dat het, net als de andere monitoren in combinatie met een XPS 13 9360, zonder problemen werkt. Een kwestie van een usb-c-kabel inprikken en je scherm uitbreiden in Windows 10.

Het gebruik van de cover als standaard is wat minder makkelijk. Het vergt zorgvuldig positioneren van de magneetstrips en correct vouwen van de cover. Ook als je het scherm zo goed mogelijk probeert neer te zetten, is het geen solide geheel. Een klein stootje, bijvoorbeeld doordat je de laptop een beetje verschuift, kan ertoe leiden dat het scherm omvalt. Ook met het kabeltje is het even worstelen; bij de XPS 13 zitten de c-connector en de usb-poort op het scherm beide links. Het kabeltje moet dus achterlangs, door de cover de twee apparaten verbinden. Bovendien, als je laptop gewoon op je tafel of bureau staat zonder standaard, kun je het scherm niet tegen je laptopscherm aan zetten; de usb-kabel zit bij vrijwel alle combinaties in de weg.

Het menu is met enkel de powerbutton bijna onmogelijk te bedienen. Je moet de powerbutton indrukken, en dan kom je in het karige menu met de opties Helderheid, Contrast, Overdrive, Lowblue mode en Taal terecht. Met extra drukken kun je door de opties lopen en weer even ingedrukt houden selecteert de optie. Hopelijk kijk je maar een keer naar dat menu en blijf je er verder weg. Dat kan ook, want het scherm werkt zonder extra handelingen ook prima. De overige schermen hebben een iets makkelijker te gebruiken menu, maar ook hier geldt dat je die menu's niet vaak nodig hebt. Overigens is het gebruiksgemak van dergelijke menu's op vrijwel alle monitoren nogal gebrekkig.

Met het HP-scherm is het gebruik grotendeels identiek, met als grootste verschil dat de cover als standaard een stuk beter werkt. De dikke magneetrand aan de onderkant 'plakt' veel beter en ook de driehoek die je vormt met de cover, is veel stabieler. Ook het menu is makkelijker te bedienen dankzij de extra knoppen, maar ook hier in de praktijk grotendeels overbodig. Je hebt wel veel meer opties, zoals schermmodi, waaronder een kleurtemperaturen en de optie om de powerled uit te zetten.

Het Asus-scherm werkt eveneens uitstekend, nadat je eerst even moet puzzelen hoe de cover moet worden gevouwen. Eenmaal opgesteld staat het scherm net als dat van HP veel stabieler op je werkoppervlak en met de twee aparte knoppen is ook het menu van de ZenScreen makkelijk te bedienen. Voor Windows-gebruikers is een stukje software te downloaden waarmee je de menu-instellingen softwarematig kunt benaderen, zodat de knoppen overbodig zijn. Asus heeft als enige de optie om verschillende kleurruimtes weer te geven. Het scherm ondersteunt naast de standaardweergave een srgb-kleurmodus, maar dan nog wordt slechts 66 procent van het gamut weergeven.

Het pennetje als standaard lijkt in eerste instantie een beetje overbodig en gek, maar in de praktijk werkt ook dat prima en het bespaart gevouw met de cover. Die cover is zoals eerder gezegd een stuk handiger dan die van AOC of HP, omdat je hele scherm wordt beschermd en niet alleen de voorkant.

De draagbaarheid van het HP-scherm is, logischerwijs en misschien afgezien van de paar gram extra die het weegt, het prettigst. In combinatie met een 13"-laptop en de tas waar die ingaat, past het HP-scherm daar net bij. De twee grotere 15"-schermen moesten dwars, dus boven de rand uitstekend, in de tas worden vervoerd. In een tas met een flink laptopvak voor 15"-modellen passen alle schermen wel zonder veel moeite.

Op moderne laptops met een usb-c-poort werkten de schermen zonder problemen, maar op een oudere laptop, de HP Pavilion 14 bf-001nd, wilden de schermen niet aan. De eis is dat je laptop displayport alt-modus ondersteunt, anders kun je een tweede scherm niet via usb aansturen. Een van de veiligste opties is controleren of je laptop een Thunderbolt-poort heeft; die moet altijd werken. We hebben ook een stel telefoons geprobeerd, maar van diverse LG's, Huaweis, een Zenfone, een Pixel 2 en zelfs een Sharp, werkte alleen een Samsung Galaxy S8. Bedenk wel dat je, als je je telefoon koppelt, de accu met zo'n 5W extra belast.

Conclusie

Of een extern usb-scherm iets voor jou is, hangt helemaal af van je verwachtingen. Als je zit te wachten op een scherm waarmee je op een terrasje of in je tuin kunt zitten werken, kom je van een koude kermis thuis. Met een helderheid die nauwelijks, en in het geval van het EliteDisplay net niet, boven de tweehonderd cd/m² uitkomt, zul je in zonlicht of ander fel licht weinig op je scherm zien. En als je hoopt op lekker foto's bewerken op een scherm dat iets groter is dan je 13"-laptopscherm, kom je ook bedrogen uit. De kleurreproductie van de schermpjes is niet best en met een goedkoop 'echt' scherm ben je al snel beter af.

Maar als je aan je eettafel of in een hotelkamer wat meer schermoppervlakte wil hebben dan je laptop biedt, zonder een monitor mee te zeulen, dan heb je aan zo'n usb-scherm een prima tweede scherm. Voor het weergeven van je browser, of een tekstverwerker of andere productiviteitssoftware, zijn alle drie de displays prima geschikt. Bedenk wel dat 200cd/m² zo'n beetje het minimum is als je een scherm in een felverlichte ruimte, zoals onder tl-licht, wil gebruiken. Met de helderheid van de geteste schermen zit je dus al snel aan hun maximum.

Als we dan kijken naar de individuele schermen, is het AOC-scherm wat ons betreft het minste. Het is al niet het mooist vormgegeven, maar ook het gebruiksgemak scoort niet best. Het menu is gelukkig dermate gebrekkig in mogelijkheden dat je weinig reden hebt om met de uiterst vervelende interface te stoeien. En de magnetische cover werkt zolang je niet te hard tegen je scherm stoot, anders loop je dikke kans dat het scherm plat valt. Dit scherm is wel het goedkoopste van het stel.

HP's EliteDisplay heeft de fijnste formfactor voor in het bijzonder 13"-laptops, want het is met zijn 14"-beelddiagonaal prettig compact. De magnetische cover werkt ook prima en het menu is niet erg uitgebreid, maar dankzij de vier knoppen wel goed bruikbaar. De kleurweergave is redelijk, maar veel minder goed dan die van losse monitoren of de gemiddelde laptop, en de prijs is helaas aan de hoge kant.

Het ZenScreen van Asus zit met zijn prijs netjes tussen die van AOC en HP in en het formaat is een stuk kleiner dan dat van AOC, hoewel het ook een 15,6"-paneel herbergt. Het scherm kan het helderst, maar het glimmen is een behoorlijk nadeel, niet alleen vanwege de reflecties, maar ook omdat het scherm een vingerafdrukmagneet is. Het menu van het ZenScreen is verreweg het uitgebreidst en met de Windows-software zonder de al bruikbare hardwareknoppen nog gebruikersvriendelijker. De cover en het pennetje zijn ook zelfs letterlijk veelzijdiger dan de concurrentie. Daarmee is het scherm van Asus een aanrader voor laptopgebruikers die graag met twee schermen werken, maar hou wel de beperkingen in je achterhoofd.