Google mag op radar gebaseerde sensor voor hand- en vingerbewegingen gebruiken

Toezichthouder FCC heeft toestemming gegeven aan Google om een bewegingssensor, die ook wel bekendstaat onder de naam Project Soli, in gebruik te nemen. Het gaat om een sensor die het bijvoorbeeld mogelijk maakt om met vingers virtuele knoppen in te drukken.

De Federal Communications Commission geeft toestemming aan Google voor de inzet van radars voor het detecteren van beweging op een korte afstand, waarbij het gaat om het gebruik van frequenties tussen de 57 en 64GHz. Dit geeft Google het recht de certificatie en de marketing voor de technologie in gang te zetten. Hier is een dergelijke uitzonderingspositie voor nodig, aangezien het Soli-apparaat volgens de FCC werkt op hogere vermogensniveaus dan wat tot nu toe is toegestaan op basis van de Amerikaanse regels.

De Amerikaanse toezichthouder zegt dat het heeft geconstateerd dat de Soli-sensoren, mits ze functioneren conform de opgelegde voorwaarden, slechts een minimaal risico met zich meebrengen in de vorm van eventuele schadelijke interferentie voor andere gebruikers in het spectrum van 57 tot 64GHz; daaronder vallen onder meer de earth exploration satellite service en de radio astronomy service. Verder meldt de FCC dat de toestemming in het publieke belang is, omdat die het mogelijk maakt 'innovatieve apparaatcontrolefunctionaliteiten' te ontwikkelen die gebaseerd zijn op handgebaren.

Project Soli komt uit de koker van Atap, een speciale researchafdeling die in handen van Google kwam na de overname van Motorola. Google gaf op de eigen ontwikkelaarsconferentie I/O in 2015 al een demonstratie van de technologie, waarbij Soli-projectleider Ivan Poupyrev bijvoorbeeld navigeerde door een interface van een smartwatch-app, enkel door met zijn duim over zijn wijsvinger te vegen. Ook minimale bewegingen van zijn vingers werden gedetecteerd. Tijdens de demonstratie werd een compacte, op 60GHz werkende chip gebruikt die klein genoeg was voor een wearable.

Uiteindelijk zou deze technologie bijvoorbeeld in wearables, smartphones, computers en voertuigen geïntegreerd kunnen worden. De gedachte achter deze technologie is dat touchscreentechnologie niet in staat is om heel subtiele inputs te registreren. Radargolven kunnen dat wel en die werken ook in het donker en gaan dwars door veel materialen heen.

Facebook maakte overigens in een eerder stadium bezwaar tegen de technologie, omdat de sensoren zouden opereren in een gedeelte van het spectrum waardoor ze tot verstoringen zou kunnen leiden bij andere technologieën. In september kwamen Google en Facebook echter gezamenlijk tot de conclusie dat de sensoren zonder interferentieproblemen konden functioneren op hogere vermogensniveaus, al waren de overeengekomen niveaus wel lager dan wat Google in eerste instantie had voorgesteld.

Google wilde oorspronkelijk aansluiten bij een standaard van het European Telecommunications Standards Institute: EN 305 550. Deze standaard betreft korteafstandsapparaten, zoals radars die gebruikmaken van het frequentiebereik van 40 tot 246GHz. Voor het uiteindelijk overeengekomen frequentiebereik van 57 tot 64GHz laat de ETSI een piek van 20dBm effective radiated power toe.