Helft van de Nederlanders wil tot september thuiswerken

Bijna de helft van de Nederlanders verwacht ook ná de coronacrisis vaker thuis te (mogen) werken. Het scheelt veel reistijd, de dag is beter in te delen en er is meer tijd voor het gezinsleven, worden als redenen opgegeven. Dit zijn conclusies uit onderzoek van Intermediair en Nationale Vacaturebank onder ruim duizend Nederlanders.

Ondanks de versoepeling van de maatregelen blijft thuiswerken tot september het advies. Daar blijkt voldoende draagvlak voor: 53 procent is er positief over. Zo kunnen mensen hun eigen tijd beter indelen (61 procent) en geeft bijna een derde aan meer tijd te hebben voor het gezin.

Sporten en concentratie

Mensen zonder kinderen zeggen meer te sporten dan voorheen. Ook kunnen mensen zonder kinderen zich thuis beter concentreren dan op de werkplek (43 procent). Dit geldt niet voor mensen met kinderen: maar 25 procent zegt zich beter te kunnen concentreren.

Missen van collega's

Het praatje bij het koffieapparaat wordt gemist. Bijna zestig procent geeft aan zijn collega’s te missen. Bij hbo- en wo-opgeleiden ligt dat nog hoger. Ook missen we de verandering in omgeving (39 procent).

Fysieke en psychische klachten

Zorgwekkend vinden de onderzoekers het dat een op de vijf respondenten aangeeft rug en/of nekklachten te krijgen. Voor dertien procent is eenzaamheid een reden om weer naar kantoor te willen.

Stress onder studenten

De Erasmus Universiteit Rotterdam hield eind april een onderzoek onder bijna vijfduizend studenten en ruim 1300 medewerkers om te peilen hoe het thuisstuderen en -werken hen afgaat. Ze voelen meer druk en stress dan anders, constateerden de onderzoekers volgens de site van de instelling. De mate waarin verschilt wel, afhankelijk van bijvoorbeeld functie en thuissituatie.

Het thuisstuderen gaat dertig procent van de studenten (erg) goed af, maar veertig procent tobt ermee. Iets meer dan de helft van de medewerkers zegt dat het thuiswerken ze (erg) goed afgaat, zestien procent zegt van niet.

Wetenschappelijke functie

Medewerkers met een wetenschappelijke functie voelen meer werkdruk en -stress dan ondersteunend personeel. Promovendi ervaren de meeste negatieve gevoelens.